NJB 2022/1673
Bij brief van 12 juni 2018 heeft appellant A de Belastingdienst/Toeslagen verzocht om de zorgtoeslag van appellant B over de jaren 2012 tot en met 2018 te herzien, omdat hij als haar toeslagpartner moet worden aangemerkt en hij daarom ook aanspraak maakt op zorgtoeslag. De Afdeling oordeelt dat appellanten een eigen verantwoordelijkheid hebben om te controleren of de eerdere berekening van de voorschotten wel juist was. In het kader van de terugvordering van de teveel ontvangen voorschotten is zij van oordeel dat volledige terugvordering onredelijk is omdat appellanten niet kan worden tegengeworpen dat de Belastingdienst/Toeslagen niet op de hoogte was dat zij toeslagpartners waren en het op hun weg lag om de Belastingdienst/Toeslagen daarover te informeren.
ABRvS 08-06-2022, ECLI:NL:RVS:2022:1628
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
8 juni 2022
- Magistraten
Mrs. Borman, Polak, Daalder
- Zaaknummer
202000320/1/A2
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2022:1628, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 08‑06‑2022
- Wetingang
Essentie
Bij brief van 12 juni 2018 heeft appellant A de Belastingdienst/Toeslagen verzocht om de zorgtoeslag van appellant B over de jaren 2012 tot en met 2018 te herzien, omdat hij als haar toeslagpartner moet worden aangemerkt en hij daarom ook aanspraak maakt op zorgtoeslag. De Afdeling oordeelt dat appellanten een eigen verantwoordelijkheid hebben om te controleren of de eerdere berekening van de voorschotten wel juist was. In het kader van de terugvordering van de teveel ontvangen voorschotten is zij van oordeel dat volledige terugvordering onredelijk is omdat appellanten niet kan worden tegengeworpen dat de Belastingdienst/Toeslagen niet op de hoogte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.