NJ 1963/284
Cessie en compensatie.
Hof 's-Hertogenbosch 08-11-1962, ECLI:NL:GHSHE:1962:15
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
8 november 1962
- Magistraten
Mrs. Rutten, Schlingemann, Bink, plv
- Zaaknummer
[081962/NJ_1963-284]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS139644:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:1962:15, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 08‑11‑1962
- Wetingang
(BW art. 668, 1467; Wet AB art. 1-14)
Essentie
Cessie en compensatie.
Samenvatting
De gegrondheid van het beroep op compensatie moet aan Duits recht worden getoetst, nu het complex van verbintenissen, ten aanzien van de drie betrokken partijen uit de verrichte rechtshandelingen voortgevloeid, zo nauw met Duitsland verband houdt dat het overwegend tot de rechtssfeer van dat land moet worden gerekend.
Gelet op § 404 en § 406 van het B.G.B. doet app. terecht een beroep op schuldvergelijking, nu de tegenvordering, waarop hij zich beroept, vóór de cessie is ontstaan en opeisbaar geworden.
Partij(en)
J. H. Comuth, te Venlo, appellant, proc. Mr. F. A. Hengst, adv. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.