Einde inhoudsopgave
Staatsregeling van Curaçao
Artikel 14
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Bronpublicatie:
04-09-2010, Afkondigingsblad Curaçao 2010, 86 (uitgifte: 04-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-09-2010, Afkondigingsblad Curaçao 2010, 86 (uitgifte: 04-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
Het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner is alleen geoorloofd in de gevallen bij of krachtens landsverordening bepaald, door hen die daartoe bij of krachtens landsverordening zijn aangewezen.
2.
Voor het binnentreden overeenkomstig het eerste lid zijn voorafgaande legitimatie en mededeling van het doel van het binnentreden vereist, behoudens bij landsverordening gestelde uitzonderingen.
3.
Aan de bewoner wordt zo spoedig mogelijk een schriftelijk verslag van het binnentreden verstrekt. Indien het binnentreden in het belang van de nationale veiligheid of dat van de strafvordering heeft plaatsgevonden, kan volgens bij landsverordening te stellen regels de verstrekking van het verslag worden uitgesteld. In de bij landsverordening te bepalen gevallen kan de verstrekking achterwege worden gelaten, indien het belang van de nationale veiligheid zich tegen verstrekking blijvend verzet.