Einde inhoudsopgave
Kieswet
Artikel V 2 [Aanneming benoeming]
Geldend
Geldend vanaf 29-11-2014
- Bronpublicatie:
19-11-2014, Stb. 2014, 458 (uitgifte: 28-11-2014, kamerstukken: 33951)
- Inwerkingtreding
29-11-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-11-2014, Stb. 2014, 458 (uitgifte: 28-11-2014, kamerstukken: 33951)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Kiesrecht
1.
De benoemde draagt er zorg voor dat uiterlijk op de tiende of, bij een benoeming in een na de eerste samenkomst van het nieuw gekozen orgaan opengevallen plaats, de achtentwintigste dag na de dagtekening van de kennisgeving van benoeming het vertegenwoordigend orgaan van hem, onderscheidenlijk van de gemachtigde, bij brief mededeling ontvangt dat hij de benoeming aanneemt.
2.
Is binnen die tijd de mededeling niet ontvangen, dan wordt hij geacht de benoeming niet aan te nemen.
3.
De voorzitter van het vertegenwoordigend orgaan deelt aan de voorzitter van het centraal stembureau onverwijld mede, dat de benoemde de benoeming heeft aangenomen, dan wel dat hij geacht wordt de benoeming niet aan te nemen.
4.
Indien de benoemde de benoeming niet aanneemt, doet hij of zijn gemachtigde daarvan binnen de in het eerste lid bedoelde termijn bij brief mededeling aan de voorzitter van het centraal stembureau. Deze geeft hiervan kennis aan het vertegenwoordigend orgaan.
5.
Zolang nog niet tot toelating van de benoemde is besloten, kan deze, onderscheidenlijk zijn gemachtigde, bij brief aan het vertegenwoordigend orgaan mededelen dat hij op de aanneming van de benoeming terugkomt. Hij wordt dan geacht de benoeming niet te hebben aangenomen. De voorzitter van het vertegenwoordigend orgaan geeft van de ontvangst van deze mededeling onverwijld kennis aan de voorzitter van het centraal stembureau.