Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
Artikel 2 De rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2007
- Bronpublicatie:
19-10-2005, PbEU 2005, L 299 (uitgifte: 16-11-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-04-2007, PbEU 2007, L 94 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
1.
De bepalingen van de verordening Brussel I, die aan deze overeenkomst is gehecht en er deel van uitmaakt, en de krachtens artikel 74, lid 2, van de verordening vastgestelde maatregelen ter uitvoering ervan die — wat de na de inwerkingtreding van deze overeenkomst vastgestelde uitvoeringsmaatregelen betreft — door Denemarken ten uitvoer worden gelegd zoals bedoeld in artikel 4 van deze overeenkomst, alsmede de krachtens artikel 74, lid 1, van de verordening vastgestelde maatregelen zijn uit hoofde van het internationale recht van toepassing op de betrekkingen tussen de Gemeenschap en Denemarken.
2.
In het kader van deze overeenkomst wordt de toepassing van de bepalingen van deze verordening echter als volgt gewijzigd:
- a)
artikel 1, lid 3, is niet van toepassing;
- b)
aan artikel 50 wordt het volgende lid toegevoegd (als lid 2):
2
De verzoeker die tenuitvoerlegging van een in Denemarken door een administratieve autoriteit gegeven beslissing inzake onderhoudsverplichtingen vraagt, kan in de aangezochte staat een beroep doen op het in lid 1 bedoelde voorrecht, indien hij een door het Deense ministerie van Justitie afgegeven verklaring overlegt ten bewijze van het feit dat hij voldoet aan de economische voorwaarden om hem geheel of gedeeltelijk voor rechtsbijstand of vrijstelling van kosten en uitgaven in aanmerking te doen komen.
;
- c)
aan artikel 62 wordt het volgende lid toegevoegd (als lid 2):
2
Ten aanzien van onderhoudsverplichtingen worden onder de term ‘gerecht’ ook de Deense administratieve autoriteiten verstaan.
;
- d)
artikel 64 is van toepassing op in Denemarken, Griekenland en Portugal geregistreerde zeeschepen;
- e)
de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst is van toepassing in plaats van de datum van inwerkingtreding van de verordening, zoals bedoeld in artikel 70, lid 2, en de artikelen 72 en 76 ervan;
- f)
de overgangsbepalingen van deze overeenkomst zijn van toepassing in plaats van artikel 66 van de verordening;
- g)
in bijlage I wordt het volgende toegevoegd:
in Denemarken: artikel 246, leden 2 en 3, van de ‘lov om rettens pleje’ (wet op de burgerlijke rechtsvordering).
;
- h)
- i)
- j)
in bijlage IV wordt het volgende toegevoegd:
in Denemarken, met machtiging van de ‘Procesbevillingsnævnet’, beroep bij de ‘Højesteret’.
.