Einde inhoudsopgave
Regeling inschrijving Nederlandse burgerluchtvaartuigen
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 15-10-2001
- Bronpublicatie:
08-10-2001, Stcrt. 2001, 198 (uitgifte: 12-10-2001, regelingnummer: DGL/01421075)
- Inwerkingtreding
15-10-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-10-2001, Stcrt. 2001, 198 (uitgifte: 12-10-2001, regelingnummer: DGL/01421075)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Bij de aanvraag tot vernieuwing van het bewijs van inschrijving wordt een schriftelijke verklaring inzake de reden van vernieuwing overgelegd.
2.
In geval van vermissing van het bewijs van inschrijving wordt bij de aanvraag tot vernieuwing van het bewijs van inschrijving een afschrift van het proces-verbaal van de aangifte van vermissing overgelegd.
3.
Indien een bewijs van inschrijving wegens verlies is vernieuwd en het bewijs wordt teruggevonden, is de houder verplicht het teruggevonden bewijs zo spoedig mogelijk aan de minister te zenden.
4.
Indien een bewijs van inschrijving anders dan wegens verlies is vernieuwd, is de houder verplicht het oorspronkelijke bewijs uiterlijk op de achtste dag na de datum van verzending van het vernieuwde bewijs aan de minister te zenden.