FED 2023/42
Geen afzonderlijk beroep in cassatie tegen uitspraak geheimhoudingskamer Hof.
HR 22-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:639, m.nt. mr. dr. R.M.P.G. Niessen-Cobben
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 april 2022
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren, Van Eijsden
- Zaaknummer
21/02075
- Noot
mr. dr. R.M.P.G. Niessen-Cobben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS691372:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:639, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:245, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑05‑2021
- Wetingang
Essentie
Geen afzonderlijk beroep in cassatie tegen uitspraak geheimhoudingskamer Hof.
Samenvatting
De inspecteur brengt met een beroep op art. 8:29 Awb op de zaak betrekking hebbende stukken in. De geheimhoudingskamers bij rechtbank en hof verklaren het beroep op geheimhouding terecht. In cassatie beroept belanghebbende zich erop dat de geheimhoudingskamer van het Hof in de gegeven uitspraak vooruitloopt op de uitspraak in het hoofdgeschil. De uitspraak betreft namelijk niet alleen oordelen over het door de inspecteur gedane beroep op gewichtige redenen, maar tevens wordt op onderdelen een voorschot genomen over hoe de uitspraak in het hoofdgeschil dient te luiden. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.