Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 336/2006 inzake de implementatie van de Internationale Veiligheidsmanagementcode in de Gemeenschap en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3051/95 van de Raad
Bijlage I Internationale veiligheidsmanagementcode voor het veilige gebruik van schepen en voor verontreinigingspreventie (International Safety Management (ISM) Code)
Geldend
Geldend vanaf 24-03-2006
- Bronpublicatie:
15-02-2006, PbEU 2006, L 64 (uitgifte: 04-03-2006, regelingnummer: 336/2006)
- Inwerkingtreding
24-03-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-02-2006, PbEU 2006, L 64 (uitgifte: 04-03-2006, regelingnummer: 336/2006)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Deel A Implementatie
1 Algemeen
1.1 Definities
1.2 Doelstellingen
1.3 Toepassing
1.4 Functionele vereisten voor een veiligheidsmanagementsysteem (SMS)
2 Veiligheids- en milieubeschermingsbeleid
3 Verantwoordelijkheden en autoriteit van de maatschappij
4 Aangewezen persoon (personen)
5 Verantwoordelijkheid en gezag van de kapitein
6 Middelen en personeel
7 Uitwerking van plannen voor de werkzaamheden aan boord
8 Voorbereiding op noodsituaties
9 Rapporteren en analyse van inbreuken, ongevallen en gevaarlijke situaties
10 Onderhoud van schip en uitrusting
11 Documenten
12 Verificaties, en herziening evaluatie door de maatschappij
Deel B Certificatie en verificatie
13 Certificatie en periodieke verificatie
14 Voorlopige certificatie
15 Verificatie
16 Modellen van certificaten
Deel A. Implementatie
1. Algemeen
1.1. Definities
Voor de delen A en B van deze code gelden de volgende definities.
- 1.1.1.
‘Internationale veiligheidsmanagementcode (ISM-code)’: de door de Vergadering goedgekeurde internationale veiligheidscode voor de scheepvaart en ter voorkoming van verontreiniging bedoeld, zoals eventueel door de Organisatie gewijzigd.
- 1.1.2.
‘Maatschappij’: de eigenaar van het schip of elke andere organisatie of persoon, bijvoorbeeld de manager of de rompbevrachter, die de verantwoordelijkheid voor het gebruik van het schip van de scheepseigenaar heeft overgenomen en er daardoor mee heeft ingestemd alle door de code voorgeschreven plichten en verantwoordelijkheden op zich te nemen.
- 1.1.3.
‘Overheid’: de regering van de staat waarvan het schip de vlag mag voeren.
- 1.1.4.
‘Veiligheidsmanagementsysteem’ (Safety Management System (SMS)): een gestructureerd en gedocumenteerd systeem dat het maatschappijpersoneel in staat stelt het veiligheids- en milieubeschermingsbeleid van de maatschappij op doeltreffende wijze uit te voeren.
- 1.1.5.
‘Conformiteitsdocument’: een document dat wordt afgegeven aan een maatschappij die aan de eisen van deze code voldoet.
- 1.1.6.
‘Veiligheidsmanagementcertificaat’: een voor een schip afgegeven document, waaruit moet blijken dat de werkwijze van de maatschappij en de bedrijfsvoering aan boord in overeenstemming zijn met het goedgekeurde SMS.
- 1.1.7.
‘Objectief bewijs’: kwantitatieve of kwalitatieve informatie, aantekeningen of constateringen van feiten met betrekking tot de veiligheid of het bestaan en de uitvoering van een onderdeel van het veiligheidsmanagementsysteem, gebaseerd op verifieerbare waarnemingen, metingen of proeven.
- 1.1.8.
‘Opmerking’: vermelding van een tijdens een veiligheidsmanagementaudit geconstateerd feit, dat met objectieve bewijzen kan worden gestaafd.
- 1.1.9.
‘Inbreuk’: een geconstateerde situatie waarin objectieve bewijzen erop duiden dat aan een bepaalde eis niet is voldaan.
- 1.1.10.
‘Ernstige inbreuk’: een onmiddellijk corrigerend optreden vereisende, aanwijsbare afwijking die een ernstige bedreiging voor de veiligheid van personeel of schip vormt, dan wel een ernstig risico voor het milieu. Hieronder valt ook het ontbreken van een doeltreffende en systematische implementatie van een eis van deze code.
- 1.1.11.
‘Verjaringsdatum’: de met de vervaldatum van het betreffende document of certificaat overeenkomende dag en maand van ieder jaar.
- 1.1.12.
‘Verdrag’: Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee, 1974, als gewijzigd.
1.2. Doelstellingen
- 1.2.1.
De doelstellingen van de code zijn de veiligheid op zee te verzekeren en te bereiken dat er niemand gewond raakt, dat er geen mensenlevens verloren gaan en dat er geen schade aan het milieu — met name het zeemilieu — en aan eigendommen wordt toegebracht.
- 1.2.2.
Het veiligheidsbeleid van de maatschappij dient onder meer na te streven dat:
- 1.2.2.1.
er aan boord veilige methoden gehanteerd worden en de werkomgeving veilig is;
- 1.2.2.2.
er voorzieningen ter bescherming tegen alle bekende gevaren worden aangebracht, en
- 1.2.2.3.
de bij het wal- en boordpersoneel aanwezige kennis van veiligheidsprocedures voortdurend verbeterd wordt, waaronder ook de voorbereiding voor zowel met veiligheid als milieubescherming samenhangende noodsituaties valt.
- 1.2.3.
Het veiligheidsbeleidssysteem moet ervoor zorgen:
- 1.2.3.1.
dat de bindende regels en voorschriften worden nageleefd, en
- 1.2.3.2.
dat de door de Organisatie, de overheden, de classificatiebureaus en de organisaties van de maritieme industrie aanbevolen van toepassing zijnde codes, richtlijnen en normen in aanmerking worden genomen.
1.3. Toepassing
De eisen van deze code kunnen op alle schepen worden toegepast.
1.4. Functionele vereisten voor een veiligheidsmanagementssysteem (SMS)
Iedere maatschappij moet een veiligheidsmanagementssysteem (SMS) ontwikkelen, uitvoeren en onderhouden dat de volgende functionele vereisten omvat:
- 1.4.1.
een beleid voor veiligheid en milieubescherming;
- 1.4.2.
instructies en procedures die een veilig gebruik van schepen en bescherming van het milieu moeten verzekeren overeenkomstig de desbetreffende internationale wetgeving en die van de vlaggenstaat;
- 1.4.3.
duidelijk afgebakende gezagsverhoudingen en communicatiekanalen tussen wal- en boordpersoneel en tussen personeelsleden onderling;
- 1.4.4.
procedures voor het rapporteren van ongevallen en inbreuken op de bepalingen van de code;
- 1.4.5.
procedures om zich voor te bereiden en te reageren op noodsituaties, en
- 1.4.6.
procedures voor interne audits en beleidsherzieningen.
2. Veiligheids- en milieubeschermingsbeleid
2.1
De maatschappij moet een veiligheids- en milieubeschermingsbeleid vaststellen en daarin beschrijven hoe zij de doelstellingen van paragraaf 1.2 zullen bereiken.
2.2
De maatschappij moet erop toezien dat dit beleid op alle administratieve niveaus, zowel aan wal als aan boord, uitgevoerd en gehandhaafd wordt.
3. Verantwoordelijkheden en autoriteit van de maatschappij
3.1
Indien de voor het gebruik van het schip verantwoordelijke entiteit niet de eigenaar is, moet de eigenaar de overheid van de volledige naam en alle gegevens betreffende deze entiteit in kennis stellen.
3.2
Van alle personeel dat werkzaamheden in verband met en van invloed op veiligheid en vervuilingspreventie leidt, verricht en controleert dient de maatschappij de verantwoordelijkheden, de gezagsverhoudingen en de onderlinge betrekkingen schriftelijk vast te leggen.
3.3
De maatschappij dient ervoor te zorgen dat de aangewezen persoon of personen voldoende middelen en assistentie vanaf de wal krijgt (krijgen) om zijn of hun functies te kunnen uitoefenen.
4. Aangewezen persoon (personen)
Ter verzekering van het veilige gebruik van ieder schip en als verbindingsschakel tussen maatschappij en het boordpersoneel, moet iedere maatschappij, naar gelang van het geval, één of meer personen aan de wal aanwijzen die rechtstreeks met de hoogste autoriteit in het bedrijf in contact kan (kunnen) treden. Deze aangewezen persoon (of personen) moet(en) ook verantwoordelijk en bevoegd zijn voor het toezicht op de veiligheids- en vervuilingspreventievereisten van het gebruik van elk schip, en ervoor zorgen dat, indien nodig, voldoende middelen en assistentie vanaf de wal worden ingezet.
5. Verantwoordelijkheid en gezag van de kapitein
5.1
De maatschappij moet duidelijk de verantwoordelijkheden van de kapitein afbakenen en documenteren met betrekking tot:
- 5.1.1.
de implementatie van het veiligheids- en milieubeschermingsbeleid van de maatschappij;
- 5.1.2.
het motiveren van de bemanning om zich aan dit beleid te houden;
- 5.1.3.
het geven van passende bevelen en instructies in duidelijke en eenvoudige taal;
- 5.1.4.
de controle op de naleving van bepaalde eisen, en
- 5.1.5.
herziening van het SMS en rapporteren van eventuele tekortkomingen aan de bedrijfsleiding aan de wal.
5.2
De maatschappij moet ervoor zorgen dat het aan boord van het schip gebruikte SMS een duidelijke verklaring bevat waarin het gezag van de kapitein benadrukt wordt. De maatschappij moet in het SMS vastleggen dat voor alle besluiten met betrekking tot veiligheid en vervuilingspreventie en voor de beslissing de maatschappij, indien nodig, om assistentie te vragen, het hoogste gezag alsmede de verantwoordelijkheid bij de kapitein liggen.
6. Middelen en personeel
6.1. De maatschappij moet erop toezien dat de kapitein:
- 6.1.1.
voldoende gekwalificeerd is om het bevel te voeren;
- 6.1.2.
volledig bekend is met het SMS van de maatschappij, en
- 6.1.3.
voldoende steun krijgt om zich op veilige wijze van zijn taken te kunnen kwijten.
6.2
De maatschappij moet erop toezien dat elk schip, overeenkomstig nationale en internationale voorschriften, bemand wordt met gekwalificeerde, gediplomeerde en medisch geschikte zeelieden.
6.3
De maatschappij dient er door invoering en handhaving van procedures voor te zorgen dat nieuwe personeelsleden en met nieuwe veiligheids- en milieubeschermingstaken belaste personeelsleden naar behoren met hun taken vertrouwd gemaakt worden.
Wanneer het van essentieel belang is dat bepaalde instructies voor het tijdstip van de afvaart gegeven worden, dienen deze, als zodanig genoemd, geregistreerd en metterdaad gegeven te worden.
6.4
De maatschappij dient ervoor te zorgen dat al het bij de uitvoering van het SMS van de maatschappij betrokken personeel voldoende op de hoogte is van de desbetreffende regels, voorschriften, codes en richtlijnen.
6.5
De maatschappij moet procedures vaststellen en handhaven voor het bepalen van de eventuele behoeften aan opleiding ter ondersteuning van het SMS, en moet ervoor zorgen dat alle betrokken personeelsleden deze bijscholing krijgen.
6.6
De maatschappij dient procedures vast te stellen die erin voorzien dat de bemanning relevante informatie over het SMS krijgt in een of meer voor hen begrijpelijke werktalen.
6.7
De maatschappij moet ervoor zorgen dat de bemanningsleden bij de uitvoering van hun met het SMS verband houdende taken doeltreffend met elkaar kunnen communiceren.
7. Uitwerking van plannen voor de werkzaamheden aan boord
De maatschappij dient procedures vast te stellen voor het uitwerken van plannen en instructies, in voorkomend geval met inbegrip van checklists, voor essentiële werkzaamheden aan boord in verband met de veiligheid van het schip en ter voorkoming van verontreiniging. De verschillende hiermee verband houdende taken moeten worden omschreven en aan gekwalificeerd personeel worden toegewezen.
8. Voorbereiding op noodsituaties
8.1
De maatschappij dient procedures vast te stellen voor het identificeren en omschrijven van en reageren op potentiële noodsituaties aan boord.
8.2
De maatschappij dient programma's vast te stellen voor oefeningen ter voorbereiding op noodsituaties.
8.3
Het SMS dient te voorzien in maatregelen die de maatschappij in staat stellen om te allen tijde te reageren op potentieel gevaarlijke situaties, ongevallen en noodsituaties waarbij schepen van de maatschappij betrokken zijn.
9. Rapporteren en analyse van inbreuken, ongevallen en gevaarlijke situaties
9.1
Het SMS dient procedures te omvatten voor melding aan de maatschappij, onderzoek en analyse van inbreuken, ongevallen en gevaarlijke situaties, die tot doel hebben de veiligheid en de vervuilingspreventie te verbeteren.
9.2
De maatschappij dient procedures vast te stellen voor de uitvoering van corrigerende maatregelen.
10. Onderhoud van schip en uitrusting
10.1
De maatschappij dient procedures vast te stellen om ervoor te zorgen dat het schip aan de desbetreffende regels en voorschriften en eventuele door de maatschappij vastgestelde bijkomende eisen blijft beantwoorden.
10.2
Met het oog hierop moet de maatschappij ervoor zorgen:
- 10.2.1.
dat er met voldoende regelmaat inspecties plaatsvinden;
- 10.2.2.
dat eventuele non-conformiteiten en, voorzover bekend, mogelijke oorzaken hiervan worden gemeld;
- 10.2.3.
dat er passende corrigerende maatregelen worden getroffen, en
- 10.2.4.
dat er een register van deze activiteiten wordt bijgehouden.
10.3
De maatschappij dient in het kader van haar SMS procedures vast te stellen voor aanwijzing van die uitrusting en technische systemen waarvan het uitvallen tot gevaarlijke situaties kan leiden. Het SMS moet voorzien in specifieke maatregelen ter bevordering van de betrouwbaarheid van deze uitrusting en systemen. Deze maatregelen omvatten ook het geregeld testen van reserve-installaties en -uitrusting of van technische systemen die niet permanent in gebruik of bedrijf zijn.
10.4
De in paragraaf 10.2 genoemde inspecties, alsmede de in paragraaf 10.3 genoemde maatregelen, dienen een integrerend onderdeel van de normale onderhoudswerkzaamheden aan boord te vormen.
11. Documenten
11.1
De maatschappij dient procedures vast te stellen en te handhaven voor het controleren van alle documenten en gegevens die relevant zijn voor het SMS.
11.2
De maatschappij moet ervoor zorgen dat:
- 11.2.1.
er op alle relevante plaatsen geldige documenten aanwezig zijn;
- 11.2.2.
wijzigingen in documenten door bevoegd personeel geverifieerd en goedgekeurd worden, en
- 11.2.3.
documenten die niet meer actueel zijn direct verwijderd worden.
11.3
De documenten die voor de beschrijving en uitvoering van het SMS worden gebruikt kunnen het ‘Handboek voor het Veiligheidsbeleid’ vormen. De desbetreffende documentatie dient te worden bewaard in de vorm die door de maatschappij het meest geschikt wordt geacht. Ieder schip dient alle voor dat schip relevante documentatie aan boord te hebben.
12. Verificaties, evaluatie en herziening door de maatschappij
12.1
De maatschappij dient interne veiligheidsaudits te houden om na te gaan of de veiligheids- en vervuilingspreventiemaatregelen met het SMS in overeenstemming zijn.
12.2
De maatschappij moet regelmatig de doeltreffendheid van het SMS toetsen en dit, indien nodig, herzien, zulks volgens door de maatschappij vastgestelde procedures.
12.3
De audits en eventuele corrigerende maatregelen moeten volgens schriftelijk vastgelegde procedures worden uitgevoerd.
12.4
Het personeel dat de audits uitvoert mag geen binding hebben met de afdelingen waarop de inspecties betrekking hebben, tenzij dit in de praktijk wegens de omvang en aard van de maatschappij niet mogelijk is.
12.5
De resultaten van de audits en herzieningen dienen onder de aandacht van alle voor de betrokken afdeling verantwoordelijke leidinggevende personen te worden gebracht.
12.6
De voor de betrokken sector verantwoordelijke leidinggevende personen dienen, wanneer tekortkomingen zijn geconstateerd, tijdig corrigerende maatregelen te nemen.
Deel B. Certificatie en verificatie
13. Certificatie en periodieke verificatie
13.1
Een schip dient te worden gebruikt door een maatschappij waaraan overeenkomstig paragraaf 14.1 een conformiteitsdocument of een voorlopig conformiteitsdocument is afgegeven met betrekking tot dat schip.
13.2
Het conformiteitsdocument dient door de overheid, een door de overheid erkende organisatie of, op verzoek van de overheid, door een andere verdragsluitende regering aan elke maatschappij die aan de eisen van deze Code voldoet te worden afgegeven voor een door de overheid voorgeschreven periode van ten hoogste vijf jaar. Dit document moet aanvaard worden als bewijs dat de maatschappij in staat is aan de eisen van deze Code te voldoen.
13.3
Het conformiteitsdocument geldt alleen voor de vaartuigtypen die expliciet in het document worden vermeld. Deze vermelding moet gebaseerd zijn op de vaartuigtypen waarop de eerste verificatie gebaseerd was. Toevoeging van andere typen vaartuigen wordt pas mogelijk, nadat is geverifieerd dat de maatschappij in staat is te voldoen aan de voor deze vaartuigtypen geldende eisen van de Code. Vaartuigtypen zijn in dit verband de typen vaartuigen als bedoeld in hoofdstuk IX, voorschrift 1, van het Verdrag.
13.4
De geldigheid van een conformiteitsdocument moet jaarlijks geverifieerd worden door de overheid, door een door de overheid erkende organisatie of, op verzoek van de overheid, door een andere verdragsluitende regering binnen drie maanden vóór of na de verjaringsdatum.
13.5
Het conformiteitsdocument moet door de overheid, of op haar verzoek, door de verdragsluitende regering die het document heeft afgegeven, worden ingetrokken, wanneer niet om de in paragraaf 13.4 voorgeschreven jaarlijkse verificatie wordt gevraagd, of indien er bewijzen zijn van ernstige inbreuken op de Code.
13.5.1
Alle bijbehorende veiligheidsmanagementcertificaten en/of voorlopige veiligheidsmanagementcertificaten moeten samen met het conformiteitsdocument worden ingetrokken.
13.6
Er moet zich een afschrift van het conformiteitsdocument aan boord van het schip bevinden, zodat de kapitein dit, indien hem daarom wordt gevraagd door de overheid of door een door de overheid erkende organisatie, dan wel in verband met de in hoofdstuk IX, voorschrift 6, lid 2, van het Verdrag bedoelde controle, ter verificatie kan overleggen. Het afschrift van het document behoeft niet te worden gewaarmerkt of gecertificeerd.
13.7
Het veiligheidsmanagementcertificaat moet voor een schip voor een periode van ten hoogste vijf jaar worden afgegeven door de overheid, een door de overheid erkende organisatie of, op verzoek van de overheid, door een andere verdragsluitende regering aan elke maatschappij die aan de eisen van deze Code voldoet. Bij de afgifte van dit certificaat dient de overheid zich ervan te vergewissen dat het gebruik door de maatschappij en het management aan boord van het schip in overeenstemming is met het goedgekeurde SMS. Het certificaat moet worden aanvaard als bewijs dat het schip voldoet aan de eisen van deze Code.
13.8
De geldigheid van het veiligheidsmanagementcertificaat moet minstens éénmaal tussentijds geverifieerd worden door de overheid, door een door de overheid erkende organisatie of, op verzoek van de overheid, door een andere verdragsluitende regering. Indien er slechts één tussentijdse verificatie moet worden verricht en het veiligheidsmanagementcertificaat vijf jaar geldig is, moet deze verificatie plaatsvinden in de tijd tussen de tweede en de derde verjaringsdatum van het veiligheidsmanagementcertificaat.
13.9
Onverminderd het bepaalde in paragraaf 13.5.1, moet het veiligheidsmanagementcertificaat ook worden ingetrokken door de overheid of, op verzoek van de overheid, door de verdragsluitende regering die het heeft afgegeven, wanneer niet om de in paragraaf 13.8 voorgeschreven tussentijdse verificatie gevraagd wordt, of er bewijs is van een ernstige inbreuk op deze Code.
13.10
Onverminderd het bepaalde in de paragrafen 13.2 en 13.7, is het nieuwe conformiteitsdocument of veiligheidsmanagementcertificaat, wanneer de hernieuwde verificatie minder dan drie maanden vóór de vervaldag van het bestaande conformiteitsdocument of veiligheidsmanagementcertificaat wordt voltooid, geldig vanaf de datum van voltooiing van de hernieuwde verificatie voor een periode van ten hoogste vijf jaar vanaf de vervaldag van het bestaande conformiteitsdocument of veiligheidsmanagementcertificaat.
13.11
Wanneer de hernieuwde verificatie meer dan drie maanden vóór de vervaldag van het bestaande conformiteitsdocument of veiligheidsmanagementcertificaat wordt voltooid, is het nieuwe conformiteitsdocument of veiligheidsmanagementcertificaat geldig vanaf de datum van voltooiing van de hernieuwde verificatie voor een periode van ten hoogste vijf jaar vanaf de datum van voltooiing van de hernieuwde verificatie.
14. Voorlopige certificatie
14.1
Er mag een voorlopig conformiteitsdocument worden afgegeven om het begin van de implementatie van deze Code gemakkelijker te maken, wanneer:
- 1.
de maatschappij een nieuw bedrijf is, of
- 2.
nieuwe typen vaartuigen aan het conformiteitsdocument moeten worden toegevoegd, nadat is geverifieerd dat de maatschappij over een veiligheidsbeleidssysteem beschikt dat beantwoordt aan de doelstellingen van paragraaf 1.2.3 van deze Code, mits de maatschappij plannen laat zien voor de implementatie van een aan alle eisen van de Code voldoend veiligheidsbeleidssysteem binnen de geldigheidsduur van het voorlopige conformiteitsdocument. Dit voorlopige conformiteitsdocument mag voor een periode van ten hoogste twaalf maanden worden afgegeven door de overheid, een door de overheid erkende organisatie of, op verzoek van de overheid, door een andere verdragsluitende regering. Er moet zich een afschrift van het conformiteitsdocument aan boord van het schip bevinden, zodat de kapitein dit, indien hem daarom wordt gevraagd door de overheid of door een door de overheid erkende organisatie, dan wel in verband met de in hoofdstuk IX, voorschrift 6, lid 2, van het Verdrag bedoelde controle, ter verificatie kan overleggen. Het afschrift van het document behoeft niet te worden gewaarmerkt of gecertificeerd.
14.2
Een voorlopig veiligheidsmanagementcertificaat mag worden afgegeven:
- 1.
voor nieuwe schepen bij oplevering;
- 2.
wanneer de maatschappij de verantwoordelijkheid aanvaardt voor de exploitatie van een schip dat nieuw is voor de maatschappij, of
- 3.
bij omvlagging van een schip.
Een veiligheidsmanagementcertificaat mag voor ten hoogste zes maanden worden afgegeven door de overheid, een door de overheid erkende organisatie of, op verzoek van de overheid, door een andere verdragsluitende regering.
14.3
Een overheid of, op verzoek van de overheid, een andere verdragsluitende regering mag in bijzondere gevallen de geldigheid van een voorlopig veiligheidsmanagementcertificaat met ten hoogste zes maanden na de vervaldatum verlengen.
14.4
Een voorlopig veiligheidsmanagementcertificaat mag worden afgegeven, nadat is geverifieerd dat:
- 1.
het conformiteitsdocument, of het voorlopig conformiteitsdocument, betrekking heeft op het betrokken schip;
- 2.
het door de maatschappij voor het betrokken schip voorziene veiligheidsbeleidssysteem de kernpunten van deze Code omvat en het schip ofwel is beoordeeld bij de audit met het oog op de afgifte van het conformiteitsdocument ofwel blijkt te voldoen aan de voorwaarden voor de afgifte van het voorlopig conformiteitsdocument;
- 3.
de maatschappij de audit van het schip voor binnen drie maanden gepland heeft;
- 4.
de kapitein en de officieren het SMS en de voor de implementatie van het SMS geplande regelingen goed kennen;
- 5.
de instructies die als essentieel zijn aangemerkt, vóór de afvaart worden gegeven, en
- 6.
de relevante informatie over het SMS gegeven is in een of meer door de bemanning begrepen werktalen.
15. Verificatie
15.1
Alle door deze Code voorgeschreven verificaties moeten worden verricht volgens procedures die acceptabel zijn voor de overheid, rekening houdende met de door de Organisatie opgestelde richtlijnen (1)
16. Modellen van certificaten
16.1
De vorm van het conformiteitsdocument, het veiligheidsmanagementcertificaat, het voorlopige conformiteitsdocument en het voorlopige veiligheidsmanagementcertificaat moet overeenkomen met de modellen in het aanhangsel bij deze Code. Indien een andere taal dan het Engels of het Frans wordt gebruikt, dient de tekst vergezeld te gaan van een vertaling in een van deze talen.
16.2
Behalve het bepaalde in paragraaf 13.3, mogen in het conformiteitsdocument en het voorlopige conformiteitsdocument bij de vaartuigtypen ook de eventuele in het SMS beschreven gebruiksbeperkingen voor die vaartuigtypen worden vermeld.
Aanhangsel Modellen van het conformiteitsdocument, het veiligheidsmanagementcertificaat, het voorlopige conformiteitsdocument en het voorlopige veiligheidsmanagementcertificaat
Conformiteitsdocument
(Officieel zegel) (staat)
Certificaat nr.
Afgegeven krachtens de bepalingen van het
INTERNATIONAAL VERDRAG VOOR DE BEVEILIGING VAN MENSENLEVENS OP ZEE, 1974, als gewijzigd
Op gezag van de regering van …
(naam van de staat)
door …
(gemachtigde persoon of organisatie)
Naam en adres van de maatschappij:
…
…
(zie paragraaf 1.1.2 van de ISM-code)
HIERBIJ VERKLAAR IK dat het veiligheidsbeleidssysteem van de maatschappij aan een audit is onderworpen en dat het in overeenstemming is met de bepalingen van de internationale veiligheidsmanagementcode voor veilig gebruik van schepen en voor vervuilingspreventie (ISM-code) voor onderstaande typen schepen (doorhalen wat niet van toepassing is):
Passagiersschip
Hogesnelheidspassagiersvaartuig
Hogesnelheidsvrachtvaartuig
Bulkcarrier
Olietanker
Chemicaliëntanker
Gastanker
Verplaatsbare offshorebooreenheid
Ander vrachtschip
Dit conformiteitsdocument is geldig tot …, behoudens periodieke verificatie.
Afgegeven te …
(plaats van afgifte van het document)
Datum van afgifte …
…
(handtekening van de naar behoren gemachtigde ambtenaar die het document heeft afgegeven)
(zegel of stempel van de met de afgifte belaste instantie, naar gelang van toepassing)
Certificaat nr.Verklaring van jaarlijkse verificatie
HIERBIJ VERKLAAR IK dat bij de overeenkomstig hoofdstuk IX, voorschrift 6, lid 1, van het Verdrag en paragraaf 13.4 van de ISM-code uitgevoerde periodieke verificatie het veiligheidsbeleidssysteem in overeenstemming is bevonden met de eisen van de ISM-code.
1ste JAARLIJKSE VERIFICATIE | Getekend: … (handtekening van de gemachtigde ambtenaar) Plaats: … Datum: … |
2de JAARLIJKSE VERIFICATIE | Getekend: … (handtekening van de gemachtigde ambtenaar) Plaats: … Datum: … |
3de JAARLIJKSE VERIFICATIE | Getekend: … (handtekening van de gemachtigde ambtenaar) Plaats: … Datum: … |
4de JAARLIJKSE VERIFICATIE | Getekend: … (handtekening van de gemachtigde ambtenaar) Plaats: … Datum: … |
Veiligheidsmanagementcertificaat
(Officieel zegel) (staat)
Certificaat nr.
Afgegeven krachtens de bepalingen van het
INTERNATIONAAL VERDRAG VOOR DE BEVEILIGING VAN MENSENLEVENS OP ZEE, 1974, als gewijzigd
Op gezag van de regering van …
(naam van de staat)
door …
(gemachtigde persoon of organisatie)
Naam van het vaartuig: …
Kennummer of -letters: …
Haven van registratie: …
Type vaartuig (*): …
Brutotonnage: …
IMO-nummer: …
Naam en adres van de maatschappij: …
(zie paragraaf 1.1.2 van de ISM-code)
HIERBIJ VERKLAAR IK dat het veiligheidsbeleidssysteem van het vaartuig aan een audit is onderworpen en dat het in overeenstemming is met de bepalingen van de internationale veiligheidsmanagementcode voor veilig gebruik van schepen en voor vervuilingspreventie (ISM-code), na te hebben geverifieerd dat het conformiteitsdocument van de maatschappij op dit type vaartuig van toepassing is.
Dit veiligheidsmanagementcertificaat is geldig tot …, behoudens periodieke verificatie en de geldigheid van het conformiteitsdocument.
Afgegeven te …
(plaats van afgifte van het document)
Datum van afgifte …
(handtekening van de naar behoren gemachtigde ambtenaar die het certificaat heeft afgegeven)
(zegel of stempel van de met de afgifte belaste instantie, naar gelang van toepassing)
Certificaat nr.Verklaring van tussentijdse verificatie en aanvullende verificatie (indien vereist)
HIERBIJ VERKLAAR IK dat bij de overeenkomstig hoofdstuk IX, voorschrift 6, lid 1, van het Verdrag en paragraaf 13.8 van de ISM-code uitgevoerde periodieke verificatie het veiligheidsbeleidssysteem in overeenstemming is bevonden met de eisen van de ISM-code.
TUSSENTIJDSE VERIFICATIE (te verrichten tussen de tweede en derde verjaringsdatum) | Getekend: … (handtekening van de gemachtigde ambtenaar) Plaats: … Datum: … |
AANVULLENDE VERIFICATIE (*) | Getekend: … (handtekening van de gemachtigde ambtenaar) Plaats: … Datum: … |
AANVULLENDE VERIFICATIE (*) | Getekend: … (handtekening van de gemachtigde ambtenaar) Plaats: … Datum: … |
AANVULLENDE VERIFICATIE (*) | Getekend: … (handtekening van de gemachtigde ambtenaar) Plaats: … Datum: … |
Voorlopig conformiteitsdocument
(Offideel zegel) (staat)
Certificaat nr.
Afgegeven krachtens de bepalingen van het
INTERNATIONAAL VERDRAG VOOR DE BEVEILIGING VAN MENSENLEVENS OP ZEE, 1974, als gewijzigd
Op gezag van de regering van …
(naam van de staat)
door …
(gemachtigde persoon of organisatie)
Naam en adres van de maatschappij: …
(zie paragraaf 1.1.2 van de ISM-code)
HIERBIJ VERKLAAR IK dat het veiligheidsbeleidssysteem van de maatschappij in overeenstemming is bevonden met de doelstellingen van paragraaf 1.2.3. van de internationale veiligheidsmanagementcode voor veilig gebruik van schepen en voor vervuilingspreventie (ISM-code) voor onderstaand(e) type(n) vaartuig(en) (doorhalen wat niet van toepassing is):
Passagiersschip
Hogesnelheidspassagiersvaartuig
Hogesnelheidsvrachtvaartuig
Bulkcarrier
Olietanker
Chemicaliëntanker
Gastanker
Verplaatsbare offshorebooreenheid
Ander vrachtschip
Dit voorlopige conformiteitsdocument is geldig tot: …
Afgegeven te: …
(plaats van afgifte van het document)
Datum van afgifte: …
(handtekening van de naar behoren gemachtigde ambtenaar die het document heeft afgegeven)
(zegel of stempel van de met de afgifte belaste instantie, naar gelang van toepassing)
Voorlopig veiligheidsmanagementcertificaat
(Officieel zegel) (staat)
Certificaat nr.
Afgegeven krachtens de bepalingen van het
INTERNATIONAAL VERDRAG VOOR DE BEVEILIGING VAN MENSENLEVENS OP ZEE, 1974, als gewijzigd
Op gezag van de regering van …
(naam van de staat)
door …
(gemachtigde persoon of organisatie)
Naam van het vaartuig: …
Kennummer of -letters: …
Haven van registratie: …
Type vaartuig (*): …
Brutotonnage: …
IMO-nummer: …
Naam en adres van de maatschappij: …
…
(zie paragraaf 1.1.2 van de ISM-code)
HIERBIJ VERKLAAR IK dat aan de eisen van paragraaf 14.4 van de ISM-code is voldaan en dat het conformiteitsdocument/voorlopige conformiteitsdocument (**) van de maatschappij betrekking heeft op dit schip.
Dit voorlopige veiligheidsmanagementcertificaat is geldig tot …
behoudens de geldigheid van het conformiteitsdocument/voorlopige conformiteitsdocument (**).
Afgegeven te: …
(plaats van afgifte van het document)
Datum van afgifte …
(handtekening van de naar behoren gemachtigde ambtenaar die het certificaat heeft afgegeven)
(zegel of stempel van de met de afgifte belaste instantie, naar gelang van toepassing)
Certificaat nr.
De geldigheidsduur van dit voorlopige veiligheidsmanagementcertificaat is verlengd tot: …
Datum van verlenging: …
(zegel of stempel van de met de afgifte belaste instantie, naar gelang van toepassing)
(handtekening van de naar behoren gemachtigde ambtenaar die de geldigheidsduur heeft verlengd)
Voetnoten
Zie de richtlijnen voor de implementatie van de internationale veiligheidsmanagementcode (ISM-code) door de overheid, door de Organisatie aangenomen bij Resolutie A. 913(22).
Vermeld als type vaartuig één van onderstaande vaartuigtypen: passagiersschip; hogesnelheidspassagiersvaartuig; hogesnelheidsvrachtvaartuig; bulkcarrier; olietanker; chemicaliëntanker; gastanker; verplaatsbare offshorebooreenheid; ander vrachtschip.
Indien van toepassing. Zie paragraaf 3.4.1 van de richtlijnen betreffende de implementatie van de internationale veiligheidsmanagementcode (ISM-code) door overheden (Resolutie A.913(22))
Indien van toepassing. Zie paragraaf 3.4.1 van de richtlijnen betreffende de implementatie van de internationale veiligheidsmanagementcode (ISM-code) door overheden (Resolutie A.913(22))
Indien van toepassing. Zie paragraaf 3.4.1 van de richtlijnen betreffende de implementatie van de internationale veiligheidsmanagementcode (ISM-code) door overheden (Resolutie A.913(22)).
Vermeld als type vaartuig één van onderstaande vaartuigtypen: passagiersschip; hogesnelheidspassagiersvaartuig; hogesnelheidsvrachtvaartuig; bulkcarrier; olietanker; chemicaliëntanker; gastanker; verplaatsbare offshorebooreenheid; ander vrachtschip.
Doorhalen wat niet van toepassing is.
Doorhalen wat niet van toepassing is.