NJB 2018/1111
Instellen hoger beroep door verdachte binnen veertien dagen nadat zich een omstandigheid voordoet waaruit voortvloeit dat de einduitspraak de verdachte bekend is, art. 408 lid 2 Sv: van een ‘omstandigheid waaruit voortvloeit dat de einduitspraak de verdachte bekend is’ is sprake als de verdachte op de hoogte wordt gesteld van datgene wat voor hem van belang is voor de besluitvorming ten aanzien van het instellen van hoger beroep. Onjuist is de stelling dat de enkele vermelding van het parketnummer op de mededeling uitspraak voldoende is voor de aanwezigheid van een omstandigheid als bedoeld in art. 408 lid 2 Sv
HR 22-05-2018, ECLI:NL:HR:2018:746
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 mei 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
16/04194
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:746, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑05‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:246, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑03‑2018
- Wetingang
(art. 208 Sv)
Essentie
Instellen hoger beroep door verdachte binnen veertien dagen nadat zich een omstandigheid voordoet waaruit voortvloeit dat de einduitspraak de verdachte bekend is, art. 408 lid 2 Sv: van een ‘omstandigheid waaruit voortvloeit dat de einduitspraak de verdachte bekend is’ is sprake als de verdachte op de hoogte wordt gesteld van datgene wat voor hem van belang is voor de besluitvorming ten aanzien van het instellen van hoger beroep. Onjuist is de stelling dat de enkele vermelding van het parketnummer op de mededeling uitspraak voldoende is voor de aanwezigheid van een omstandigheid als bedoeld in art. 408 lid 2 Sv ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.