RvdW 2016/280
Bevrijdende verjaring (art. 3:310 lid 1, 7:23 lid 2 en 7:761 lid 1 BW). Aanvangstijdstip verjaring. Verzuim van hof om aansprakelijkstelling in oordeel te betrekken (art. 24 en 149 Rv).
HR 12-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:234
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 februari 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/00047
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:234, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2354, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑11‑2015
Essentie
Bevrijdende verjaring (art. 3:310 lid 1, 7:23 lid 2 en 7:761 lid 1 BW). Aanvangstijdstip verjaring. Verzuim van hof om aansprakelijkstelling in oordeel te betrekken (art. 24 en 149 Rv).
Partij(en)
[eiseres], eiseres tot cassatie, adv.: mr. A.C. van Schaick,
tegen
Mr. C.J.de vries, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [A] B.V., verweerder in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.B. Rank-Berenschot:
1. Feiten en procesverloop
1.1
De relevante feiten in deze zaak zijn als volgt.1.
- a.
In augustus 2002 zijn [eiseres] en [A] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.