RFR 2023/41
Huwelijksvermogensrecht. Welke verjaringstermijn is van toepassing op vergoedingsrechten in verband met vermogensverschuivingen tussen echtgenoten?
HR 23-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1936
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 december 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/02726
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS691292:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1936, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:328, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑04‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑08‑2021
- Wetingang
Art. 1:87, 3:306 t/m 3:310, 3:320, 3:321, 3:326 BW
Essentie
Huwelijksvermogensrecht.
Welke verjaringstermijn is van toepassing op vergoedingsrechten in verband met vermogensverschuivingen tussen echtgenoten?
Samenvatting
Partijen zijn op 25 juni 2004 gehuwd onder huwelijkse voorwaarden, uit hoofde waarvan tussen hen geen huwelijksvermogensrechtelijke gemeenschap bestaat. In art. 10 van de huwelijkse voorwaarden is bepaald dat iedere echtgenoot verplicht is aan de andere echtgenoot te vergoeden hetgeen ten bate van hem aan het vermogen van de andere echtgenoot is onttrokken, gewaardeerd naar de dag van de onttrekking tenzij dit tot onbillijkheid leidt.
In 1994 heeft de vrouw grond in eigendom verkregen, waarop een woning is gebouwd. In een gespreksnotitie van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.