JWB 2016/227
Insolventierecht
HR 10-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1171
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juni 2016
- Zaaknummer
16/00711
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Insolventierecht (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1171, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:465, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑04‑2016
- Wetingang
Essentie
Insolventierecht
Samenvatting
Casus
De rechtbank heeft bij vonnis het door verzoeker ingediende verzoekschrift tot opheffing van zijn uitgesproken faillissement onder gelijktijdig uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. De rechtbank heeft daartoe onder meer overwogen dat een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling slechts toewijsbaar is, indien voldoende aannemelijk is dat de schuldenaar ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van zijn schulden in de vijf jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend te goeder trouw is geweest. De rechtbank heeft geoordeeld dat daarvan geen sprake is, nu de vorderingen zijn ontstaan door het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.