Einde inhoudsopgave
Noodwet Arbeidsvoorziening
Artikel 17
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1994
- Bronpublicatie:
04-06-1992, Stb. 1992, 422 (uitgifte: 01-01-1992, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22061 Overheid.nl: 22061)
- Inwerkingtreding
01-01-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-1993, Stb. 1993, 693 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid re-integratie / Algemeen
1.
Op verzoek van een werknemer of van diens werkgever kan het Hoofd Arbeidsvoorziening, beide partijen gehoord, in verband met het aangaan door die werknemer van een arbeidsverhouding met een andere werkgever, waarin hij onmisbaar wordt verklaard, bepalen, dat, zolang de nieuwe arbeidsverhouding voortduurt, de bestaande arbeidsverhouding geschorst is, doch door partijen niet kan worden beëindigd zonder vergunning van het Hoofd Arbeidsvoorziening.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regelen worden gesteld omtrent de gevolgen van de schorsing voor de rechten en verplichtingen uit de betrokken arbeidsverhouding.
3.
Een vergunning als in het eerste lid bedoeld kan onder beperkingen worden verleend. Aan zodanige vergunning kunnen voorschriften worden verbonden.
4.
Artikel 8 is van overeenkomstige toepassing.
5.
In geval van toepassing van het eerste lid neemt bij het eindigen van de onmisbaarheid de nieuwe arbeidsverhouding van rechtswege een einde, tenzij de oorspronkelijke arbeidsverhouding reeds is beëindigd.
6.
Van een krachtens het eerste lid tot de werknemer gerichte beschikking wordt mededeling gedaan aan diens werkgever.