Einde inhoudsopgave
Vrijstellingsregeling Besluit luchtverkeer 2014
Artikel 4.1 Luchtwerk
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
29-11-2023, Stcrt. 2023, 32037 (uitgifte: 30-11-2023, regelingnummer: IENW/BSK-2023/186975)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2023, Stcrt. 2023, 32037 (uitgifte: 30-11-2023, regelingnummer: IENW/BSK-2023/186975)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
De minimumvlieghoogtes voor VFR-verkeer, bedoeld in paragraaf SERA.5005 van verordening (EU) nr. 923/2012, zijn niet van toepassing op vluchten die niet plaatsvinden boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, of boven mensenverzamelingen en die worden uitgevoerd met een vliegtuig of helikopter door een gezagvoerder die beschikt over een bewijs van bevoegdheid als beroepspiloot als bedoeld in verordening (EU) nr. 1178/2011 met als doel van de vlucht:
- a.
het controleren van pijpleidingen en het hoogspanningsnetwerk;
- b.
het inmeten van dijken, wegen, waterkeringen en andere infrastructurele werken;
- c.
het maken van audio of visuele opnamen ten behoeve van professionele nieuwsgaring en cartografie;
- d.
het loodsen door een loods als bedoeld in artikel 1 van de Loodsenwet;
- e.
het transport van mensen of goederen in de offshore;
- f.
het uitvoeren van milieucontroles;
- g.
surveillance door de op grond van artikel 2, derde lid, van de Regeling organisatie Kustwacht Nederland, in de Kustwacht samenwerkende diensten.
2.
Voor het uitvoeren van een vlucht als bedoeld in het eerste lid gelden de volgende voorschriften:
- a.
de minimum toegestane vlieghoogte bedraagt 60 meter (200 voet) boven de grond of het water, doch ten minste 30 meter (100 voet) boven de hoogste hindernis gelegen binnen een afstand van 100 meter van de helikopter of 600 meter van het vliegtuig;
- b.
er wordt niet gevlogen beneden de minimumvlieghoogtes voor VFR-verkeer over vogelreservaten, als bekendgemaakt in de luchtvaartgids.
3.
Er wordt uitsluitend gevlogen beneden de minimumvlieghoogtes voor VFR-verkeer gedurende de periode dat dit noodzakelijk is voor het doel van de vlucht.