Hof Arnhem-Leeuwarden, 06-08-2019, nr. 200.245.580/01
ECLI:NL:GHARL:2019:6355
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
06-08-2019
- Zaaknummer
200.245.580/01
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2019:6355, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 06‑08‑2019; (Tussenuitspraak)
- Vindplaatsen
AR-Updates.nl 2019-0854
JAR 2019/219
VAAN-AR-Updates.nl 2019-0854
Uitspraak 06‑08‑2019
Inhoudsindicatie
Arbeidsrecht. Verhaal door werkgever op werknemer van schade aan geleasede auto, op de grond dat werknemer met die auto een ongeluk heeft veroorzaakt terwijl hij daarin reed zonder toestemming en zonder geldig rijbewijs. Vast staat dat werknemer niet in het bezit was van een geldig rijbewijs. Tussenarrest. Tegenbewijslevering opgedragen aan werknemer van de voorshands bewezen geachte stelling dat hij ook zonder toestemming in de auto reed.
Partij(en)
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.245.580/01
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere, 5760364)
arrest van 6 augustus 2019
in de zaak van
[appellant] ,
wonende te [A] ,
appellant,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna: [appellant],
advocaat: mr. J.B.M. Swart,
tegen:
Hot Networkz B.V.,
gevestigd te Haarlem,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna: Hot Networkz,
advocaat in eerste aanleg: I.M.J. Brattinga,in hoger beroep: niet verschenen.
1. Het geding in eerste aanleg
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van
14 juni 2017 en 6 december 2017 die de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere (hierna: de kantonrechter) heeft gewezen.
2. Het geding in hoger beroep
2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep van 6 maart 2018,- het herstelexploot van 25 juni 2018,- het op de rol van 11 september 2018 tegen Hot Netzwork verleende verstek,
- de memorie van grieven met een productie.
2.2
Vervolgens heeft [appellant] de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.
2.3
De vordering van [appellant] in hoger beroep strekt tot vernietiging van het vonnis van 6 december 2017, met afwijzing van de vorderingen van Hot Networkz en veroordeling van Hot Networkz in de proceskosten van beide instanties, vermeerderd met wettelijke rente en nakosten.
3. De vaststaande feiten
3.1
Het hof gaat in hoger beroep uit van de feiten zoals beschreven in de rechtsoverwegingen 2.1. tot en met 2.6. van het (bestreden) vonnis van 6 december 2017.
Aangevuld met feiten die in hoger beroep eveneens vast staan, luiden de feiten, voor zover in hoger beroep van belang, als volgt.
3.2
[appellant] , geboren [in] 1998, is [in] 2016 op basis van een nulurencontract in dienst getreden van Hot Networkz als promotiemedewerker.
[appellant] was niet in het bezit van een rijbewijs en heeft dat in zijn sollicitatieformulier ook vermeld.
3.3
Op 25 september 2016 was [appellant] samen met [B] , eveneens werkzaam voor Hot Networkz (toen als “Captain”) voor promotiewerkzaamheden in Leusden. Daarvoor is door Hot Networkz een door haar bij Terberg Leasing B.V. (hierna: de leasemaatschappij) geleasede Peugeot 208 met kenteken [YY-000-Y] (hierna: de leaseauto) ter beschikking gesteld aan [B] .
3.4
[appellant] heeft op 25 september 2016 tijdens de werkzaamheden op enig moment aan [B] gevraagd om de sleutels van de leaseauto. [B] heeft hem die sleutels gegeven waarna [appellant] in de auto is gaan rijden. Hij heeft daarbij een ongeluk veroorzaakt - [appellant] is met de leaseauto in botsing gekomen met een andere (geparkeerde) auto-, waarbij schade is ontstaan aan beide auto’s.De leasemaatschappij heeft de aan de leaseauto ontstane schade verhaald op Hot Networkz, op de grond dat de auto, in strijd met de lease- en dekkingsbepalingen, werd bestuurd door iemand die niet in het bezit was van een rijbewijs. De verhaalde schade bedraagt een bedrag van € 8.057,71 excl. btw en is door Hot Networkz voldaan.
3.5
Hot Networkz heeft [appellant] bij brief van 14 november 2016 aangesproken tot betaling van het op haar verhaalde schadebedrag. [appellant] heeft, ook na herhaalde sommatie, daar niet op gereageerd.
3.6
In artikel 15 van de schriftelijke arbeidsovereenkomst is bepaald dat Hot Networkz aan een werknemer een auto ter beschikking kan stellen met het oog op de uitoefening van zijn werkzaamheden. In het derde lid van dat artikel is over schades het volgende bepaald:
“De Werknemer draagt de volle financiële verantwoordelijkheid voor eventuele
schades. Voorts draagt de Werknemer de verantwoordelijkheid voor een correcte
afhandeling en betaling van schades en/of boetes. Het eigen risico bedraagt € 100,-, € 150,-en € 250,- afhankelijk van de roekeloosheid en schade.[...] "
In artikel 6 van het bij de arbeidsovereenkomst behorende huishoudelijk reglement is bepaald dat een werknemer alleen met een geldig Nederlands rijbewijs kan worden ingezet als bestuurder.
4. Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.1
Hot Networkz heeft in eerste aanleg – samengevat – gevorderd [appellant] te veroordelen tot betaling van € 8.835,60 (€ 8.057,71 aan hoofdsom en
€ 777,89 aan buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke rente
over de hoofdsom en met veroordeling van [appellant] in de proceskosten.
Hot Networkz heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat [appellant] zonder rijbewijs en zonder toestemming in de leaseauto heeft gereden. Daarmee heeft hij onrechtmatig gehandeld in de zin van artikel 6:162 BW. Voor zover een verband als bedoeld in de artikelen 6:170 BW en 7:661 BW moet worden aangenomen tussen het rijden in de leaseauto en de werkzaamheden van [appellant] , geldt dat hij de schade opzettelijk dan wel bewust roekeloos heeft veroorzaakt.
Subsidiair beroept Hot Networkz zich op het bepaalde in artikel 15 lid 3 van de arbeidsovereenkomst (zie hiervoor: rov. 3.6).
4.2
[appellant] heeft verweer gevoerd.
Hij heeft daarbij betwist dat hij zonder toestemming in de auto heeft gereden. Volgens hem heeft hij aan [B] gevraagd om de autosleutels opdat hij bij een supermarkt wat verderop nieuwe kranten (hof: het promotiemateriaal) kon halen om uit te delen. Voor [B] was duidelijk dat [appellant] kranten wilde ophalen en hij heeft daartoe, door het overhandigen van de sleutels, opdracht en toestemming gegeven, aldus [appellant] .
4.3
De kantonrechter heeft in haar vonnis overwogen dat [appellant] niet persoonlijk is verschenen op de comparitie, dat hij daardoor geen toelichting heeft kunnen verschaffen over de feitelijke gang van zaken rond de afgifte van de autosleutels en dat het er daarom voor moet worden gehouden dat hij zonder toestemming van Hot Networkz in de auto heeft gereden en dat die activiteit geen verband hield met zijn werkzaamheden.Vervolgens is de vordering in hoofdsom toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 10 december 2016, met veroordeling van [appellant] in de proceskosten.
5. De motivering van de beslissing in hoger beroep
5.1
Centraal in dit geding staat de vraag of Hot Networkz de schade die zij heeft geleden als gevolg van de door [appellant] veroorzaakte botsing, bestaande uit het bedrag van€ 8.057,71 dat zij aan de leasemaatschappij heeft moeten betalen, op hem kan verhalen.
5.2
De vorderingen van Hot Networkz steunen op de door haar gestelde feiten dat [appellant] in de leaseauto heeft gereden zonder toestemming en zonder rijbewijs.Op die feiten heeft Hot Networkz de grondslagen voor haar vordering (hiervoor weergegeven onder 4.1) gebaseerd.
5.3
Vast staat dat [appellant] niet in het bezit was van een rijbewijs.
5.4
Het hof is van oordeel dat als komt vast te staan dat [appellant] in de auto heeft gereden zonder toestemming van iemand namens Hot Networkz, in dit geval van [B] , de vordering op de daartoe aangevoerde gronden toewijsbaar is.
Daarbij acht het hof niet van belang of [appellant] nu niet of wel in de auto heeft gereden in de uitvoering van zijn werkzaamheden; in het eerste geval is voldaan aan de maatstaf van artikel 6:162 BW en in het andere geval geldt dat Hot Networkz zich op de grond van artikel 7:661 lid 1 BW op [appellant] kan verhalen, omdat dan de schade moet worden geweten aan bewuste roekeloosheid van [appellant] . Ter toelichting op die bewuste roekeloosheid: wie zonder toestemming en zonder in het bezit te zijn van een geldig (Nederlands) rijbewijs gaat rijden in een auto, pleegt strafbare feiten en moet zich er van bewust zijn dat hij een onevenredig groot risico neemt op het zich voordoen van ongelukken. In dat verband mag het een feit van algemene bekendheid heten dat verzekeraars ook geen dekking bieden voor schade veroorzaakt door bestuurders van een auto die niet in het bezit zijn van een geldig (Nederlands) rijbewijs.Omstandigheden waarom het zonder toestemming en zonder rijbewijs rijden in de auto in dit geval niet bewust roekeloos zou zijn heeft [appellant] niet aangevoerd.
5.5
De stelling van [appellant] dat de aanrijding geen verband hield met het ontbreken van een rijbewijs, dient te worden verworpen. Volgens de eigen stelling van [appellant] is de aanrijding ontstaan omdat hij gas gaf in plaats van te remmen. Die toedracht duidt op onervarenheid. Daar doet niet aan af dat zo’n fout ook kan worden gemaakt door een ervaren bestuurder; de kans dat een dergelijke fout wordt gemaakt door een onervaren bestuurder is naar zijn aard vele malen groter. Bovendien, ook als de schadegebeurtenis los gestaan zou hebben van de onervarenheid van [appellant] als bestuurder, geldt nog steeds dat hij heeft gereden zonder rijbewijs en dat dit moet worden aangemerkt als roekeloos, gelet op de onverzekerbaarheid van het risico.
5.6
Hot Networkz heeft ter onderbouwing van haar stelling dat [appellant] in de auto heeft gereden zonder toestemming een schriftelijke verklaring overgelegd van [B] . Hij verklaart daarin dat in de auto wat eten en drinken lag van hemzelf en van [appellant] . In de middag, tussen 14.00 en 16.00 uur, kwam [appellant] naar hem toe en vroeg of hij een pakje drinken uit de auto mocht halen. [B] vond dat goed en gaf [appellant] de autosleutels. Achter zijn rug om en zonder zijn toestemming is [appellant] echter in de auto gaan rijden, aldus [B] .
Volgens [B] had dat niet mogen gebeuren, omdat [appellant] “niet eens een rijbewijs heeft, minderjarig is en zijn bedoeling was om enkel een pakje drinken te pakken”.Hot Networkz heeft verder nog een schriftelijke verklaring overgelegd van een medewerker van haar, de heer [C] , die verklaart dat hij samen met dhr. [D] heeft gesproken met [appellant] , onder meer om een duidelijk beeld te krijgen van de situatie.[appellant] heeft toen een verklaring op papier gezet, aldus [C] . Die verklaring is door Hot Networkz eveneens overgelegd. Daarin verklaart [appellant] dat hij kranten wilde gaan ophalen en dat hij toen “met me domme kop” in de auto is gaan rijden en dat hij “een hele grote en verkeerde fout [heeft] gemaakt om te gaan rijden” en dat hij nu zwaar in de problemen zit en hoopt dat hij zijn baantje nog kan houden.
5.7
[appellant] heeft niets overgelegd dat zijn lezing bevestigt dat hij van [B] toestemming zou hebben gekregen om in de leaseauto te gaan rijden.
5.8
Het hof acht het door Hot Networkz te leveren bewijs dat [appellant] zonder toestemming in de leaseauto is gaan rijden hiermee geleverd, behoudens door [appellant] te leveren tegenbewijs.
Met betrekking tot de verklaring van [appellant] merkt het hof nog op dat uit die verklaring niet blijkt dat hij aan [B] de sleutels heeft gevraagd omdat hij met de auto kranten wilde gaan ophalen. Hij legt in zijn verklaring de schuld (nog) geheel bij zichzelf, hetgeen strookt met de verklaring van [B] dat [appellant] de sleutels alleen gevraagd zou hebben om wat drinken uit de auto te halen.
5.9
Nu [appellant] uitdrukkelijk tegenbewijs heeft aangeboden door middel van het horen van getuigen, waaronder [B] , zal het hof [appellant] tot het leveren van dat tegenbewijs toelaten.
Het hof merkt daarbij voor de volledigheid op voorhand nog op dat zelfs als [appellant] toestemming van [B] zou hebben gekregen om in de auto te rijden, dat gelet op hetgeen onder 5.4 is overwogen het roekeloze karakter van zijn gedrag nog niet wegneemt en daarmee ook nog niet zijn aansprakelijkheid voor zijn gedrag jegens Hot Networkz zonder meer (geheel) wegneemt.
5.10
In afwachting van de uitkomst van de bewijslevering zal het hof iedere verdere beslissing aanhouden.
6. De beslissing
Het hof, recht doende in hoger beroep:
laat [appellant] toe tegenbewijs te leveren tegen de voorshands bewezen geachte stelling van Hot Networkz dat [appellant] op 25 september 2016 in de leaseauto heeft gereden zonder dat hij daarvoor (van [B] ) opdracht of toestemming had gekregen;
bepaalt dat, indien [appellant] uitsluitend bewijs door bewijsstukken wenst te leveren, hij die stukken op de roldatum 3 september 2019 in het geding dient te brengen,
bepaalt dat, indien [appellant] bewijs (ook) door middel van getuigen wenst te leveren, het verhoor van deze getuigen zal geschieden ten overstaan van het hierbij tot raadsheer-commissaris benoemde lid van het hof mr. O.E. Mulder, die daartoe zitting zal houden in het paleis van justitie aan het Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden en wel op een nader door deze vast te stellen dag en tijdstip;
bepaalt dat [appellant] in persoon bij het getuigenverhoor aanwezig dient te zijn opdat hem naar aanleiding van de getuigenverklaringen vragen kunnen worden gesteld;
bepaalt dat [appellant] het aantal voor te brengen getuigen alsmede zijn verhinderdagen, van zijn advocaat en van de getuigen zal opgeven op de roldatum 20 augustus 2019, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;
bepaalt dat [appellant] overeenkomstig artikel 170 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de namen en woonplaatsen van de getuigen tenminste een week voor het verhoor aan de griffier van het hof dient op te geven;
bepaalt dat indien [appellant] bij gelegenheid van het getuigenverhoor nog een proceshandeling wenst te verrichten of producties in het geding wenst te brengen, hij ervoor dient te zorgen dat het hof uiterlijk twee weken voor de dag van de zitting een afschrift van de te verrichten proceshandeling of de in het geding te brengen producties heeft ontvangen;
Dit arrest is gewezen door mr. O.E. Mulder, mr. M.E.L. Fikkers en mr. M. Willemse, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
6 augustus 2019.