RCR 2018/102
Arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandige. Is polisvoorwaarde inhoudende dat mate van arbeidsongeschiktheid wordt vastgesteld door deskundige aangewezen door verzekeraar oneerlijk?
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 september 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/00989
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS930046:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Vermogensrecht / Europees vermogensrecht
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verzekeringsrecht / Schadeverzekering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1800, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:788, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 06‑07‑2018
- Wetingang
Art. 6:231, 6:238 lid 2, 7:900, 7:941 BW; art. 392 Rv; art. 2, 3, 4 Richtlijn 93/13/EEG
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet van art. 392 Rv. Verzekeringsrecht. Oneerlijk beding.
Is het beding in de polisvoorwaarden dat de mate van arbeidsongeschiktheid wordt vastgesteld door een door de verzekeraar aangewezen deskundige oneerlijk in de zin van Richtlijn 93/13/EEG? Is verzekeringnemer consument in de zin van de Richtlijn? Is sprake van een kernbeding?
Samenvatting
Een consultant heeft bij een verzekeraar een arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten (AOV-verzekering zelfstandigen). In de polisvoorwaarden is een beding opgenomen (art. 14) dat (o.a.) de mate van arbeidsongeschiktheid wordt vastgesteld op basis van gegevens van door de verzekeraar aangewezen deskundigen, en dat ...