NJB 2015/259
Verstekverlening en vermoeden dat vrijwillig afstand is gedaan van aanwezigheidsrecht: behoudens duidelijke aanwijzingen van het tegendeel, kan van dit vermoeden worden uitgegaan indien de dagvaarding van een verdachte die is ingeschreven in een GBA, rechtsgeldig is betekend en de verdachte noch zijn raadsman op de terechtzitting is verschenen. Niettemin bestaat de mogelijkheid dat achteraf moet worden vastgesteld dat aan het aanwezigheidsrecht tekort is gedaan, bijvoorbeeld omdat de verdachte wegens ziekte was verhinderd op de terechtzitting te verschijnen zonder dat dit de rechter bekend was. In casu was daarvan sprake bij de in het ziekenhuis verblijvende verdachte
HR 20-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:89
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 januari 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, N. Jörg, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/00299
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:89, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2697, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑06‑2014
- Wetingang
(EVRM art. 6)
Essentie
Verstekverlening en vermoeden dat vrijwillig afstand is gedaan van aanwezigheidsrecht: behoudens duidelijke aanwijzingen van het tegendeel, kan van dit vermoeden worden uitgegaan indien de dagvaarding van een verdachte die is ingeschreven in een GBA, rechtsgeldig is betekend en de verdachte noch zijn raadsman op de terechtzitting is verschenen. Niettemin bestaat de mogelijkheid dat achteraf moet worden vastgesteld dat aan het aanwezigheidsrecht tekort is gedaan, bijvoorbeeld omdat de verdachte wegens ziekte was verhinderd op de terechtzitting te verschijnen zonder dat dit de rechter bekend was. In casu was daarvan sprake bij de in het ziekenhuis verblijvende verdachte