Einde inhoudsopgave
Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021
Artikel 5.3.9
Geldend
Geldend van 18-06-2024 tot 17-10-2027
- Bronpublicatie:
11-06-2024, Stcrt. 2024, 18999 (uitgifte: 17-06-2024, regelingnummer: WJZ/59107176)
- Inwerkingtreding
18-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-06-2024, Stcrt. 2024, 18999 (uitgifte: 17-06-2024, regelingnummer: WJZ/59107176)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
1.
De activiteiten in paragraaf 6 en 7 van deze afdeling dragen bij aan agromilieuklimaatdoelstellingen, als bedoeld in artikel 12 van verordening 2022/126, indien:
- a.
de producentenorganisatie het verwachte voordeel en extra effect van de interventie in verband met agromilieuklimaatdoelstellingen ex ante aantoont, overeenkomstig artikel 12, tweede lid, van verordening 2022/126; en
- b.
de producentenorganisatie een herzieningsclausule, als bedoeld in artikel 12, vijfde lid, van verordening 2022/126, opneemt in haar operationeel programma.
2.
In aanvulling op het eerste lid toont de producentenorganisatie in het geval van een investering in een duurzaam productiemiddel een reductie van ten minste 15% op verbruik aan ten opzichte van de daarvoor bestaande situatie van:
- a.
het gebruik van productiemiddelen die niet-hernieuwbare natuurlijke hulpbronnen zijn, zoals water of fossiele brandstof, of een mogelijke bron van milieuvervuiling zijn, zoals meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen of bepaalde soorten energiebronnen;
- b.
de uitstoot van lucht-, bodem- of waterverontreinigende stoffen in het productieproces, of
- c.
de productie van afval, waaronder afvalwater in het productieproces.
3.
Het tweede lid is niet van toepassing:
- a.
voor zover het meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen betreft in het geval van biologische productie; of
- b.
Het tweede lid is niet van toepassing:
- a.
voor zover het meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen betreft in het geval van biologische productie; of
- b.