JWB 2001/339
BOPZ, voorlopige machtiging, bereidverklaring
HR 30-11-2001, ECLI:NL:HR:2001:AD4941
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 november 2001
- Zaaknummer
R01/119HR
- LJN
AD4941
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AD4941, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AD4941, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑11‑2001
- Wetingang
art. 2 lid 4 Wet Bopz; art. 101a RO
Essentie
BOPZ, voorlopige machtiging, bereidverklaring
Samenvatting
Casus
Op 24 juli 2001 vordert de Officier van Justitie bij de Rechtbank te Zwolle onder overlegging van een verklaring van de geneesheer-directeur van een psychiatrisch ziekenhuis een voorlopige machtiging tot verblijf van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis. Op 31 juli 2001 geeft de Rechtbank na partijen gehoord te hebben de voorlopige machtiging af voor de duur van zes maanden. Betrokkene stelt cassatieberoep in.
Rechtsvraag
In cassatie staat de vraag centraal of voldoende gemotiveerd is dat betrokkene geen blijk heeft gegeven van de nodige bereidheid zich in een psychiatrisch ziekenhuis te doen opnemen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.