Einde inhoudsopgave
Provinciale milieuverordening Utrecht 2013
Artikel 1 Defnities
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2013
- Bronpublicatie:
04-02-2013, Provinciaal blad van Utrecht 2013, 12 (uitgifte: 23-04-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-02-2013, Provinciaal blad van Utrecht 2013, 12 (uitgifte: 23-04-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Milieurecht / Bodem
Milieurecht / Geluid en trillingen
Omgevingsrecht / Milieu
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
bodemenergiesysteem: een open of gesloten bodemenergiesysteem;
- b.
boorput: boring of een met daartoe geschikte werktuigen aangebrachte put;
- c.
boringsvrije zone: beschermingsgebied aangewezen op grond van artikel 1.2, tweede lid, onder a, van de Wet milieubeheer;
- d.
buisleiding: buisleiding voor het transport van gas (met uitzondering van aardgas), olie of chemicaliën alsmede een leiding voor het transport van elektriciteit die wordt gekoeld met olie of chemicaliën;
- e.
diepinfiltratie: infiltratie van hemelwater in de bodem, op een diepte van 10 meter of meer onder het maaiveld;
- f.
drinkwaterbedrijf: drinkwaterbedrijf als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drinkwaterwet;
- g.
gehandicaptenvoertuig: voertuig als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen;
- h.
gesloten bodemenergiesysteem: installatie waarmee gebruik wordt gemaakt van de bodem voor de levering van warmte of koude ten behoeve van de verwarming of koeling van ruimten in bouwwerken, door middel van een gesloten circuit van leidingen, met inbegrip van het bovengrondse deel van de installatie;
- i.
grond- of funderingswerk: werk in de bodem, daaronder begrepen sonderingen, het plaatsen of verwijderen van palen, dam-, scherm- of diepwanden en folies;
- j.
grondwaterbeschermingsgebied: beschermingsgebied aangewezen op grond van artikel 1.2 , tweede lid, onder a, van de Wet milieubeheer;
- k.
inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer en artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- l.
LAeq,1h/ LAeq,24h: A-gewogen equivalent geluidsniveau ten opzichte van een referentiedruk van 20 μPa over een periode van 1 uur respectievelijk 24 uur, met als eenheid: dB(A);
- m.
luchtvaartuig: luchtvaartuig als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet luchtvaart;
- n.
motorrijtuig: voertuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Wegenverkeerswet 1994;
- o.
niet-toelaatbare voor het grondwater schadelijke stof: stof die als zodanig is aangewezen in bijlage 6 bij deze verordening;
- p.
openbare weg: weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, met uitzondering van de wegen die krachtens deze wet alleen openstaan voor voetgangers of fietsers;
- q.
open bodemenergiesysteem: installatie waarmee gebruik wordt gemaakt van de bodem voor de levering van warmte of koude ten behoeve van de verwarming of koeling van ruimten in bouwwerken, door grondwater te onttrekken en na gebruik in de bodem terug te brengen in de zin van de Waterwet, met inbegrip van het bovengrondse deel van de installatie;
- r.
parkeerplaats: locatie bestemd voor het parkeren van motorrijtuigen;
- s.
potentieel voor het grondwater schadelijke stof: stof die behoort tot een categorie als bedoeld in artikel 9.2.3.1, tweede lid, van de Wet milieubeheer;
- t.
stille kern: het feitelijk stille gebied binnen een stiltegebied, zoals op de kaart in bijlage 3 bij deze verordening is aangeduid;
- u.
stiltegebied: beschermingsgebied aangewezen op grond van artikel 1.2, tweede lid, onder b, van de Wet milieubeheer;
- v.
toestel: toestel als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder, met uitzondering van een motorrijtuig en een vaartuig;
- w.
verharding: alle parkeerplaatsen, alsmede wegen, paden, pleinen en erven met een verhard oppervlak die zijn bestemd of mede bestemd voor verkeer met motorvoertuigen;
- x.
waterscooter: motorboot als bedoeld in artikel 1.01, onderdeel A, onder 18, van het Binnenvaartpolitieregelement;
- y.
waterwingebied: beschermingsgebied aangewezen op grond van artikel 1.2, tweede lid, onder a, van de Wet milieubeheer;
- z.
100-jaarsaandachtsgebied: het gebied dat als extra schil om een grondwaterbeschermingsgebied heen ligt, zoals weergegeven in bijlage 2 bij deze verordening.