NJB 2019/168:Verstoring gemeenteraadsvergadering en het zich niet ‘op de vordering van de bevoegde ambtenaar’ aanstonds verwijderen, art. 139 lid 1 Sr: het bestanddeel ‘bevoegde ambtenaar’ brengt enkel tot uitdrukking dat de vordering moet zijn gedaan vanwege de rechthebbende – bijvoorbeeld de Staat of de gemeente – van het voor de openbare dienst bestemde lokaal. Die vordering zal doorgaans worden gedaan door een aldaar werkzame ambtenaar, onder wie is begrepen degene die onder toezicht en verantwoording van de overheid is aangesteld in een functie waaraan een openbaar karakter niet kan worden ontzegd. Gelet op het doel en de strekking van art. 139 lid 1 Sr en in aanmerking genomen dat de griffier met instemming van de burgemeester optrad, waarin besloten ligt dat de griffier de vordering deed namens de gemeente als rechthebbende, kon het hof i.c. aannemen dat de vordering door een bevoegde ambtenaar in de zin van deze bepaling werd gedaan