NJ 1958/527
Rechtsvorderingen ter zake van belediging. Overlijden van de beledigde tijdens de procedure.
HR 23-05-1958, ECLI:NL:HR:1958:25, m.nt. Mr. L. E. H. Rutten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 mei 1958
- Magistraten
Mrs. Donner, Smits, Boltjes, de Jong en Hülsmann
- Zaaknummer
[23051958/NJ_1958-527]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Noot
Mr. L. E. H. Rutten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110213:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1958:25, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑05‑1958
- Wetingang
(BW art. 1408, 1409, 1415.)
Essentie
Rechtsvorderingen ter zake van belediging. Overlijden van de beledigde tijdens de procedure.
Samenvatting
De artt. 1408—1409 B. W. kermen ter zake van belediging aan de beledigde drieërlei rechtsvordering toe, t.w. een vordering tot vergoeding der schade, een vordering tot betaling ener geldsom tot betering van het nadeel in eer en goede naam geleden, en een vordering tot verkrijging van de beslissingen bedoeld in art. 1409 B. W. Art. 1415 stelt buiten twijfel, dat de bevoegdheid tot het instellen van de eerstbedoelde vordering door de dood van de belediger of van de beledigde niet verloren gaat, doch laat t.a.v. de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.