Einde inhoudsopgave
Beschikking 2003/861/EG betreffende de analyse van valse euromunten en de samenwerking terzake
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 22-12-2003
- Bronpublicatie:
08-12-2003, PbEU 2003, L 325 (uitgifte: 12-12-2003, regelingnummer: 2003/861/EG)
- Inwerkingtreding
22-12-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-12-2003, PbEU 2003, L 325 (uitgifte: 12-12-2003, regelingnummer: 2003/861/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Financieel recht / Bijzondere onderwerpen
Beschikking van de Raad van 8 december 2003 betreffende de analyse van valse euromunten en de samenwerking terzake
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 123, lid 4, derde zin,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
In Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (2), en met name in artikel 5, wordt bepaald dat valse euromunten dienen te worden geanalyseerd en geclassificeerd door een in elke lidstaat aan te wijzen of op te richten nationaal analysecentrum voor munten (NACM) en door het Europees Technisch en Wetenschappelijk Centrum (ETWC). Sinds 2000 verschaft de Commissie het kader voor de coördinatie van de werkzaamheden die deze technische autoriteiten op dit vlak uitvoeren.
- (2)
Sinds oktober 2001 oefent het ETWC zijn taken tijdelijk uit bij de Munt in Parijs met administratieve ondersteuning van en management door de Commissie, zoals in de briefwisseling tussen de voorzitter van de Raad en de Franse minister van Financiën van 28 februari en 9 juni 2000 is bepaald.
- (3)
Om de continuïteit en de onafhankelijkheid van de bescherming van euromunten tegen valsemunterij te garanderen, dient de verantwoordelijkheid voor de uitoefening van de activiteiten van het ETWC en de coördinatie van de werkzaamheden van de bevoegde technische autoriteiten terzake aan de Commissie te worden toevertrouwd,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD: