NJB 2018/1306

Bij een koop wordt overeengekomen dat de koopprijs wordt verrekend met een schuld. Vanwege een vergissing verklaart de verkoper dat hij kwijting verleent, hoewel hij een deel van de koopprijs niet heeft ontvangen. Het hof oordeelt dat de verkoper afstand heeft gedaan van de vordering tot betaling van het restant en dat het beroep daarop niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Hoge Raad: 1. Uitleg gedingstukken. Het oordeel dat de verkoper niet heeft betwist dat hij afstand heeft gedaan, is onbegrijpelijk. 2. Kwijting. Een kwijting houdt in beginsel niet meer in dan de verklaring ten bewijze dat de betaling heeft plaatsgevonden, waartegen tegenbewijs openstaat. In een dergelijke verklaring ligt niet zonder meer tevens een kwijtschelding besloten. Daartoe is vereist dat partijen zijn overeengekomen dat het verschuldigde bedrag niet geheel zou worden voldaan, of dat zij, bij wege van een vaststellingsovereenkomst, aan enige onzekerheid over de verschuldigdheid ervan een einde hebben willen maken. 3. Motivering. Bij zijn verwerping van het beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid heeft het hof de stellingen van de verkoper niet kenbaar in zijn beoordeling betrokken