RvdW 2011/75
Afgifte beelden bewakingscamera kan slechts op grond van een vordering van de officier van justitie. Vordering door de politie leidt niet tot bewijsuitsluiting van de beelden.
HR 21-12-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL7688
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 december 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, J. de Hullu, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
08/03502
- Conclusie
A-G mr. Machielse
- LJN
BL7688
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL7688, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑12‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL7688, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑03‑2010
- Wetingang
Svart. 126nd, 359a lid 1 en 2; EVRMart. 6, 8; Wet bescherming persoonsgegevensart. 1
Essentie
Het Hof heeft verworpen het verweer dat de door een supermarkt op verzoek van de politie verstrekte videobeelden van een bewakingscamera onrechtmatig verkregen bewijs zijn dat niet mag worden gebruikt omdat aan het verzoek tot afgifte geen vordering van de officier van justitie als bedoeld in art. 126nd Sv ten grondslag ligt. Volgens het Hof hoeft aan vrijwillige afgifte geen vordering ten grondslag te liggen. Dat oordeel is niet juist. Gelet op art. 1 Wet bescherming persoonsgegevens en op grond van de wetsgeschiedenis bij art. 126nd Sv mag de opsporingsambtenaar of de officier ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.