FED 2019/119
Tijdstip van voltooide vereffening is toetsingsmoment niet-voortzettingseis.
HR 07-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:886, m.nt. W.R. Kooiman
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 juni 2019
- Magistraten
Mrs. Koopman, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
17/04077
- Noot
W.R. Kooiman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS73557:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Deelnemingsvrijstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:886, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑03‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:232, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑2018
- Wetingang
Art. 13d Wet VPB 1969
Essentie
Tijdstip van voltooide vereffening is toetsingsmoment niet-voortzettingseis.
Samenvatting
Belanghebbende houdt een deelneming in [i] waarop de deelnemingsvrijstelling van toepassing is. [i] draagt in de loop van 2002 een deel van haar activiteiten over aan K, een met belanghebbende verbonden lichaam. Vervolgens wordt [K] eind 2003 verkocht aan een niet met belanghebbende verbonden lichaam. Een half jaar later wordt [i] geliquideerd. De vereffening is in 2010 voltooid. De inspecteur laat het geleden verlies ter zake van de liquidatie van de deelneming in [i] niet in aftrek toe op grond van art. 13d, negende lid, Wet VPB 1969. Ter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.