Richtlijn (EU) 2020/1828 betreffende representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2009/22/EG
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 24-12-2020
- Bronpublicatie:
25-11-2020, PbEU 2020, L 409 (uitgifte: 04-12-2020, regelingnummer: 2020/1828)
- Inwerkingtreding
24-12-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2020, PbEU 2020, L 409 (uitgifte: 04-12-2020, regelingnummer: 2020/1828)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
EU-recht / Marktintegratie
EU-recht / Rechtsbescherming
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
(Voor de EER relevante tekst)
Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 betreffende representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2009/22/EG
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Door de globalisering en de digitalisering is het risico groter geworden dat een groot aantal consumenten schade ondervindt van dezelfde onrechtmatige praktijk. Inbreuken op het Unierecht kunnen schade berokkenen aan de consument. Zonder effectieve middelen om onrechtmatige praktijken te beëindigen en om herstel te verkrijgen voor consumenten, vermindert het vertrouwen van de consument in de interne markt.
- (2)
Het gebrek aan effectieve middelen ter handhaving van het Unierecht inzake consumentenbescherming kan ook leiden tot een verstoring van de eerlijke concurrentie tussen in eigen land of grensoverschrijdend opererende handelaren die inbreuken plegen en handelaren die dat niet doen. Een dergelijke verstoring kan het soepele functioneren van de interne markt belemmeren.
- (3)
Overeenkomstig artikel 26, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) omvat de interne markt een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen en diensten is gewaarborgd. De interne markt moet consumenten toegevoegde waarde bieden in de vorm van een betere kwaliteit, een bredere keus, redelijke prijzen en strenge veiligheidsnormen ten aanzien van goederen en diensten, waardoor een hoog niveau van consumentenbescherming wordt bevorderd.
- (4)
In artikel 169, lid 1, en artikel 169, lid 2, onder a), VWEU is bepaald dat de Unie moet bijdragen tot de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming door middel van maatregelen die zij krachtens artikel 114 VWEU neemt. In artikel 38 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het ‘Handvest’) is bepaald dat in het beleid van de Unie zorg gedragen wordt voor een hoog niveau van consumentenbescherming.
- (5)
Richtlijn 2009/22/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) maakte het voor bevoegde instanties mogelijk om representatieve vorderingen in te stellen die hoofdzakelijk strekten tot het beëindigen of verbieden van inbreuken op het Unierecht die de collectieve belangen van consumenten schaden. Die richtlijn bood echter onvoldoende oplossingen voor problemen in verband met de handhaving van het consumentenrecht. Om voor onrechtmatige praktijken een groter afschrikkingseffect te sorteren en ervoor te zorgen dat consumenten minder schade lijden in een steeds meer geglobaliseerde en gedigitaliseerde marktomgeving, moeten de procedurele mechanismen voor de bescherming van collectieve belangen van consumenten worden aangescherpt, zodat zij zowel stakings- als herstelmaatregelen omvatten. Gelet op het grote aantal noodzakelijke wijzigingen moet Richtlijn 2009/22/EG worden ingetrokken en worden vervangen door deze richtlijn.
- (6)
De procedurele mechanismen voor representatieve vorderingen, met het oog op zowel stakings- als herstelmaatregelen, verschillen van lidstaat tot lidstaat en bieden consumenten verschillende beschermingsniveaus. Bovendien zijn er lidstaten die momenteel niet beschikken over procedurele mechanismen voor collectieve vorderingen tot herstelmaatregelen. Die situatie vermindert het vertrouwen van consumenten en bedrijven in de interne markt en hun vermogen om actief te zijn op de interne markt. Zij verstoort de concurrentie en belemmert de doeltreffende handhaving van het Unierecht op het gebied van consumentenbescherming.
- (7)
Deze richtlijn is er derhalve op gericht te garanderen dat op Unie- en nationaal niveau ten minste één doelmatig en doeltreffend procedureel mechanisme voor representatieve vorderingen met het oog op stakings- en herstelmaatregelen beschikbaar is voor consumenten in elke lidstaat. Indien ten minste één van deze procedurele mechanismen voor representatieve vorderingen beschikbaar was, zou dit het consumentenvertrouwen bevorderen, consumenten in staat stellen hun rechten uit te oefenen, bijdragen tot eerlijkere concurrentie en een gelijk speelveld creëren voor handelaren die actief zijn op de interne markt.
- (8)
Deze richtlijn moet bijdragen tot het functioneren van de interne markt en het bereiken van een hoog niveau van consumentenbescherming door bevoegde instanties die de collectieve belangen van consumenten vertegenwoordigen, in staat te stellen representatieve vorderingen in te stellen met het oog op zowel stakings- als herstelmaatregelen tegen handelaren die inbreuk plegen op Unierechtelijke bepalingen. Die bevoegde instanties moeten kunnen verzoeken om het beëindigen of verbieden van dat inbreukmakende gedrag en om herstel, al naargelang dat passend en op grond van het Unierecht of het nationale recht mogelijk is, zoals schadeloosstelling, reparatie of prijsvermindering.
- (9)
Een representatieve vordering moet een doeltreffende en efficiënte manier bieden om de collectieve belangen van consumenten te beschermen. Bevoegde instanties moeten via representatieve vorderingen kunnen optreden om ervoor te zorgen dat de relevante bepalingen van het Unierecht worden nageleefd door handelaren en dat de obstakels worden weggewerkt waarmee consumenten in geval van individuele vorderingen te maken krijgen, zoals obstakels in verband met de onzekerheid over hun rechten en in verband met de beschikbare procedurele mechanismen, psychologische barrières om actie te ondernemen de negatieve balans tussen de verwachte kosten van de individuele vordering en de baten van die vordering.
- (10)
Het is belangrijk te zorgen voor de noodzakelijke balans tussen het verbeteren van de toegang van consumenten tot de rechter en het verschaffen van passende waarborgen voor handelaren tegen misbruik van procesrecht, dat het vermogen van ondernemingen om activiteiten te verrichten op de interne markt zou belemmeren zonder dat daarvoor een rechtvaardiging bestaat. Om misbruik van representatieve vorderingen te voorkomen, moet punitieve schadevergoeding worden vermeden en moeten regels worden vastgesteld inzake bepaalde procedurele aspecten, zoals de aanwijzing en financiering van bevoegde instanties.
- (11)
Deze richtlijn mag niet in de plaats komen van bestaande nationale procedurele mechanismen ter bescherming van collectieve of individuele consumentenbelangen. Rekening houdend met hun rechtstradities moet de richtlijn het overlaten aan de lidstaten om te beslissen of zij het door deze richtlijn geëiste procedurele mechanisme voor representatieve vorderingen vormgeven als een onderdeel van een bestaand of een nieuw procedureel mechanisme voor collectieve stakings- of herstelmaatregelen dan wel als een afzonderlijk procedureel mechanisme, mits ten minste één nationaal procedureel mechanisme voor representatieve vorderingen voldoet aan deze richtlijn. Deze richtlijn mag de lidstaten bijvoorbeeld niet beletten wetgeving vast te stellen inzake vorderingen tot verkrijging van een declaratoir besluit van een rechtbank of administratieve autoriteit, ook al bevat deze richtlijn geen regels over dergelijke vorderingen. Indien er op nationaal niveau procedurele mechanismen zijn naast het bij deze richtlijn voorgeschreven procedurele mechanisme, moet de bevoegde instantie kunnen kiezen welk procedureel mechanisme zij gebruikt.
- (12)
Conform het beginsel van procedurele autonomie mag deze richtlijn geen bepalingen bevatten over alle procedurele aspecten van representatieve vorderingen. Het is dan ook aan de lidstaten om bijvoorbeeld regels inzake ontvankelijkheid, bewijs of beroepsvoorzieningen vast te stellen die van toepassing zijn op representatieve vorderingen. Het moet bijvoorbeeld aan de lidstaten zijn om te bepalen hoe gelijkend individuele aanspraken moeten zijn of hoeveel consumenten minimaal betrokken moeten zijn bij een representatieve vordering tot herstelmaatregelen om de zaak ontvankelijk te kunnen verklaren als representatieve vordering. Dergelijke nationale regels mogen het doeltreffende functioneren van het door deze richtlijn geëiste procedurele mechanisme voor representatieve vorderingen niet belemmeren. Overeenkomstig het beginsel van non-discriminatie mogen de ontvankelijkheidsvereisten die gelden voor specifieke grensoverschrijdende representatieve vorderingen niet afwijken van de vereisten voor specifieke binnenlandse representatieve vorderingen. Een besluit tot niet-ontvankelijkverklaring van een representatieve vordering mag geen afbreuk doen aan de rechten van de bij de vordering betrokken consumenten.
- (13)
Het toepassingsgebied van deze richtlijn moet recht doen aan recente ontwikkelingen op het gebied van consumentenbescherming. Nu consumenten zich op een grotere en steeds meer gedigitaliseerde marktomgeving bewegen, is het voor een hoog niveau van consumentenbescherming nodig dat gebieden als gegevensbescherming, financiële diensten, reizen en toerisme, energie en telecommunicatie onder de richtlijn vallen, naast het algemene consumentenrecht. Gezien meer bepaald de toegenomen vraag van de consument naar financiële en beleggingsdiensten moet op deze gebieden worden gezorgd voor een betere handhaving van het consumentenrecht. Ook op het gebied van digitale diensten is de consumentenmarkt geëvolueerd en is er meer behoefte aan een efficiëntere handhaving van het consumentenrecht, ook wat betreft gegevensbescherming.
- (14)
Deze richtlijn moet van toepassing zijn op inbreuken op de in bijlage I bedoelde bepalingen van Uniewetgeving voor zover die bepalingen de belangen van consumenten beschermen, ongeacht of die consumenten als consumenten dan wel als reizigers, gebruikers, klanten, niet-professionele beleggers, niet-professionele cliënten, betrokkenen of anderszins worden aangeduid. Deze richtlijn moet evenwel alleen de belangen beschermen van natuurlijke personen die door deze inbreuken schade hebben ondervonden of kunnen ondervinden indien die personen consumenten zijn uit hoofde van deze richtlijn. Inbreuken die schade opleveren voor natuurlijke personen die uit hoofde van deze richtlijn als handelaar worden aangemerkt, mogen niet onder deze richtlijn vallen.
- (15)
Deze richtlijn moet de rechtshandelingen in de lijst van bijlage I onverlet laten en mag de in die rechtshandelingen vervatte definities dus niet wijzigen of uitbreiden, noch eventueel in die rechtshandelingen vervatte handhavingsmechanismen vervangen. Indien van toepassing, kan bijvoorbeeld nog steeds een beroep worden gedaan op de handhavingsmechanismen die zijn vastgelegd in of krachtens Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (5) om de collectieve belangen van consumenten te beschermen.
- (16)
Om elke twijfel te voorkomen, moet het toepassingsgebied van deze richtlijn zo nauwkeurig mogelijk worden afgebakend in bijlage I. Indien rechtshandelingen in de lijst van bijlage I ook bepalingen bevatten die geen verband houden met consumentenbescherming, moeten de specifieke bepalingen ter bescherming van de consumentenbelangen in bijlage I worden vermeld. Zulke vermeldingen zijn echter niet altijd mogelijk vanwege de structuur van bepaalde rechtshandelingen, met name op het gebied van financiële diensten, daaronder begrepen beleggingsdiensten.
- (17)
Om ervoor te zorgen dat adequaat wordt opgetreden tegen inbreuken op het Unierecht, die snel evolueren qua vorm en schaal, moet de wetgever, telkens wanneer een nieuwe Uniehandeling wordt vastgesteld die relevant is voor de bescherming van de collectieve belangen van consumenten, overwegen of bijlage I bij moet worden gewijzigd, teneinde de nieuwe Uniehandeling op te nemen in het toepassingsgebied van deze richtlijn.
- (18)
De lidstaten moeten ervoor bevoegd blijven bepalingen van deze richtlijn ook toepasselijk te maken op andere gebieden dan die welke binnen het toepassingsgebied ervan vallen. De lidstaten moeten bijvoorbeeld nationale wetgeving die overeenkomt met bepalingen van deze richtlijn kunnen handhaven of invoeren in verband met geschillen die niet onder bijlage I vallen.
- (19)
Aangezien zowel gerechtelijke procedures als administratieve procedures doeltreffend en efficiënt kunnen bijdragen tot het beschermen van de collectieve belangen van consumenten, wordt het aan de lidstaten overgelaten te bepalen of een representatieve vordering kan worden ingesteld in het kader van een gerechtelijke procedure dan wel een administratieve procedure of allebei, afhankelijk van het betrokken rechtsgebied of de betrokken economische sector. Dit mag geen afbreuk doen aan het recht op een doeltreffende voorziening in rechte krachtens artikel 47 van het Handvest, dat voorschrijft dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat consumenten en handelaren het recht hebben om bij een gerechtelijke instantie een doeltreffend rechtsmiddel in te stellen tegen een administratieve beslissing die op grond van nationale maatregelen tot omzetting van deze richtlijn is genomen. Daarbij moet een partij in een procedure ook een beslissing kunnen verkrijgen tot schorsing van de uitvoering van de bestreden beslissing, overeenkomstig nationaal recht.
- (20)
Voortbouwend op Richtlijn 2009/22/EG moet deze richtlijn van toepassing zijn op zowel binnenlandse als grensoverschrijdende inbreuken, met name indien consumenten die door een inbreuk worden benadeeld, in andere lidstaten wonen dan de lidstaat van vestiging van de handelaar die inbreuk maakt. Zij moet ook van toepassing zijn op inbreuken die zijn gestaakt voordat de representatieve vordering werd ingesteld of voltooid, aangezien het nog altijd noodzakelijk kan zijn om door middel van een verbod herhaling van de praktijk te voorkomen, om vast te stellen dat een bepaalde praktijk een inbreuk inhield of om herstel voor de consument te faciliteren.
- (21)
Deze richtlijn mag geen afbreuk doen aan de toepassing van regels inzake internationaal privaatrecht betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen of toepasselijk recht, en evenmin mag zij dergelijke regels vaststellen. Op de door deze richtlijn vereiste procedurele mechanismen voor representatieve vorderingen moeten de bestaande rechtsinstrumenten van de Unie van toepassing zijn. Met name Verordening (EG) nr. 864/2007(6), Verordening (EG) nr. 593/2008(7) en Verordening (EU) nr. 1215/2012(8) van het Europees Parlement en de Raad moeten van toepassing zijn op de door deze richtlijn vereiste procedurele mechanismen voor representatieve vorderingen.
- (22)
Er moet op worden gewezen dat Verordening (EU) nr. 1215/2012 geen betrekking heeft op de bevoegdheid van administratieve autoriteiten noch op de erkenning of tenuitvoerlegging van beslissingen van deze autoriteiten. Dergelijke kwesties moeten worden overgelaten aan het nationale recht.
- (23)
In voorkomend geval kan het voor een bevoegde instantie mogelijk zijn om overeenkomstig de regels van internationaal privaatrecht een representatieve vordering in te stellen zowel in de lidstaat waar zij is aangewezen als in een andere lidstaat. Voortbouwend op Richtlijn 2009/22/EG moet in deze richtlijn een onderscheid worden gemaakt tussen die twee soorten representatieve vorderingen. Indien een bevoegde instantie een representatieve vordering instelt in een andere lidstaat dan die waarin zij is aangewezen, moet die representatieve vordering als een grensoverschrijdende representatieve vordering worden beschouwd. Indien een bevoegde instantie een representatieve vordering instelt in de lidstaat waar zij is aangewezen, moet die representatieve vordering worden beschouwd als een binnenlandse representatieve vordering, zelfs indien die representatieve vordering wordt ingesteld tegen een handelaar met woonplaats in een andere lidstaat en zelfs indien consumenten uit verschillende lidstaten in het kader van die representatieve vordering zijn vertegenwoordigd. Om te bepalen welk soort representatieve vordering wordt ingesteld, moet de lidstaat waar de vordering wordt ingesteld, doorslaggevend zijn. Om deze reden mag het niet mogelijk zijn dat een binnenlandse representatieve vordering in de loop van de procedure een grensoverschrijdende representatieve vordering wordt, of omgekeerd.
- (24)
Met name consumentenorganisaties moeten er actief voor zorgen dat de toepasselijke bepalingen van het Unierecht worden nageleefd. Zij moeten allen worden geacht te beschikken over de juiste kenmerken om de status van bevoegde instantie overeenkomstig nationaal recht aan te vragen. Afhankelijk van de nationale rechtstradities kunnen ook overheidsinstanties een actieve rol spelen om ervoor te zorgen dat de toepasselijke bepalingen van het Unierecht worden nageleefd door in deze richtlijn bepaalde representatieve vorderingen in te stellen.
- (25)
Voor grensoverschrijdende representatieve vorderingen moeten bevoegde instanties overal in de Unie aan dezelfde aanwijzingscriteria voldoen. Zij moeten met name rechtspersonen zijn die correct en overeenkomstig het nationale recht van de lidstaat van aanwijzing opgericht zijn, zij moeten een zekere mate van permanentie en openbare activiteit hebben, mogen geen winstoogmerk hebben en moeten, gelet op hun statutair doel, een legitiem belang hebben bij het beschermen van consumentenbelangen als bepaald in het Unierecht. Bevoegde instanties mogen niet in een insolventieprocedure verwikkeld zijn, noch insolvent zijn verklaard. Zij moeten onafhankelijk zijn en mogen niet worden beïnvloed door personen die geen consumenten zijn en die een economisch belang hebben bij het instellen van een representatieve vordering, met name handelaren of hedgefondsen, onder meer in geval van financiering door derden. Bevoegde instanties moeten beschikken over vastgelegde procedures die dergelijke beïnvloeding en belangenconflicten tussen henzelf, hun financiers en de consumenten voorkomen. Zij moeten via passende weg, met name op hun website, in duidelijke en begrijpelijke taal informatie openbaar maken waaruit blijkt dat zij voldoen aan de criteria voor aanwijzing als bevoegde instantie, alsmede algemene informatie over de bronnen van hun financiering in het algemeen, hun organisatie-, bestuurs- en lidmaatschapsstructuur, hun statutaire doelstelling en activiteiten.
- (26)
De lidstaten moeten de criteria voor de aanwijzing van voor binnenlandse representatieve vorderingen bevoegde instanties vrijelijk kunnen bepalen overeenkomstig hun nationale recht. De lidstaten moeten de in deze richtlijn neergelegde criteria voor de aanwijzing van voor grensoverschrijdende representatieve vorderingen bevoegde instanties echter ook kunnen hanteren voor bevoegde instanties die alleen zijn aangewezen in verband met binnenlandse representatieve vorderingen.
- (27)
Criteria die worden gehanteerd voor de aanwijzing van bevoegde instanties in de context van binnenlandse of grensoverschrijdende representatieve vorderingen mogen het doeltreffende functioneren van de in deze richtlijn bepaalde representatieve vorderingen niet belemmeren.
- (28)
De lidstaten moeten op voorhand bevoegde instanties kunnen aanwijzen met als doel het instellen van de representatieve vorderingen. Deze richtlijn mag lidstaten niet aanmoedigen om de mogelijkheid in te voeren om op ad-hocbasis bevoegde instanties aan te wijzen. Voor binnenlandse representatieve vorderingen moeten de lidstaten evenwel ook of in plaats daarvan bevoegde instanties op ad-hocbasis kunnen aanwijzen voor een specifieke binnenlandse representatieve vordering. Een dergelijke aanwijzing moet kunnen worden verricht door de aangezochte rechtbank of administratieve autoriteit, waar toepasselijk ook door aanvaarding. Voor grensoverschrijdende representatieve vorderingen zijn echter gemeenschappelijke waarborgen nodig. Bevoegde instanties die op ad-hocbasis zijn aangewezen mag dus niet worden toegestaan grensoverschrijdende representatieve vorderingen in te stellen.
- (29)
Het is aan de aanwijzende lidstaat om erop toe te zien dat een instantie voldoet aan de criteria voor aanwijzing als een instantie die bevoegd is voor grensoverschrijdende representatieve vorderingen, om te beoordelen of de bevoegde instantie blijft voldoen aan de criteria voor aanwijzing en om, indien nodig, de aanwijzing van die bevoegde instantie in te trekken. De lidstaten moeten minstens om de vijf jaar beoordelen of de bevoegde instanties blijven voldoen aan de aanwijzingscriteria.
- (30)
Indien er twijfel ontstaat over de vraag of een bevoegde instantie aan de aanwijzingscriteria voldoet, moet de lidstaat die deze bevoegde instantie heeft aangewezen die twijfel onderzoeken en, waar passend, de aanwijzing van die bevoegde instantie intrekken. De lidstaten moeten nationale contactpunten aanwijzen voor het indienen en ontvangen van onderzoeksaanvragen.
- (31)
De lidstaten moeten ervoor zorgen dat grensoverschrijdende representatieve vorderingen kunnen worden ingesteld bij hun rechtbanken of administratieve autoriteiten door bevoegde instanties die in een andere lidstaat zijn aangewezen voor dergelijke representatieve vorderingen. Voorts moeten bevoegde instanties uit verschillende lidstaten hun krachten kunnen bundelen in een enkele representatieve vordering ten overstaan van een enkel forum, overeenkomstig de toepasselijke regels inzake rechterlijke bevoegdheid. Dit mag geen afbreuk doen aan het recht van de aangezochte rechtbank of administratieve autoriteit om te onderzoeken of de representatieve vordering geschikt is om te worden behandeld als één enkele representatieve vordering.
- (32)
De wederzijdse erkenning van de procesbevoegdheid van bevoegde instanties die zijn aangewezen voor grensoverschrijdende representatieve vorderingen moet worden gewaarborgd. De identiteit van deze bevoegde instanties moet worden meegedeeld aan de Commissie, en de Commissie moet een lijst van deze bevoegde instanties opstellen en die lijst openbaar maken. Opname in de lijst moet dienen als bewijs van de procesbevoegdheid van de bevoegde instantie die de representatieve vordering instelt. Dit mag geen afbreuk doen aan het recht van de rechtbank of de administratieve autoriteit om te onderzoeken of het statutaire doel van de bevoegde instantie het instellen van een vordering in een specifiek geval rechtvaardigt.
- (33)
Stakingsmaatregelen strekken ertoe de collectieve belangen van consumenten te beschermen, ongeacht of individuele consumenten daadwerkelijk verlies of schade hebben geleden. Stakingsmaatregelen kunnen handelaren verplichten specifieke actie te ondernemen, bijvoorbeeld consumenten de informatie verschaffen die hun eerder in strijd met wettelijke verplichtingen was onthouden. Een beslissing over een stakingsmaatregel mag niet afhangen van de vraag of het ging om een opzettelijke praktijk dan wel om nalatigheid.
- (34)
Een bevoegde instantie die een representatieve vordering instelt, moet de rechtbank of administratieve autoriteit voldoende informatie verschaffen over de consumenten die betrokken zijn bij de representatieve vordering. Die informatie moet de rechtbank of administratieve autoriteit in staat stellen te bepalen of zij bevoegd is en welke wetgeving er toepasselijk is. In een zaak die betrekking heeft op een onrechtmatige daad zou deze verplichting betekenen dat de rechtbank of administratieve autoriteit moet worden geïnformeerd over de plaats waar het voor de consumenten schadelijke feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen. Hoe gedetailleerd de vereiste informatie moet zijn, kan verschillen naargelang de maatregel die de bevoegde instantie beoogt en naargelang de vraag of er een ‘opt-in’- of een ‘opt-out’-mechanisme wordt toegepast. Voorts zou de bevoegde instantie die een representatieve vordering met het oog op stakingsmaatregelen instelt, vanwege de mogelijke schorsing of stuiting van verjaringstermijnen die toepasselijk zijn op latere herstelaanspraken, voldoende informatie moeten verschaffen over de groep bij de representatieve vordering betrokken consumenten.
- (35)
De lidstaten moeten ervoor zorgen dat bevoegde instanties stakings- en herstelmaatregelen kunnen vorderen. Om de procedurele doeltreffendheid van representatieve vorderingen te garanderen, moeten de lidstaten kunnen besluiten dat bevoegde instanties stakings- en herstelmaatregelen kunnen vorderen in het kader van een enkele representatieve vordering, dan wel in het kader van afzonderlijke representatieve vorderingen. Indien maatregelen worden gevorderd in het kader van een enkele representatieve vordering, moeten bevoegde instanties de mogelijkheid hebben om op het tijdstip waarop de representatieve vordering wordt ingesteld alle relevante maatregelen te vorderen, dan wel eerst relevante stakingsmaatregelen en vervolgens herstelmaatregelen, al naargelang het geval.
- (36)
Een bevoegde instantie die een representatieve vordering in het kader van deze richtlijn instelt, moet de relevante maatregelen, inclusief herstelmaatregelen, vorderen in het belang van en namens de consumenten die worden benadeeld door de inbreuk. De bevoegde instantie moet de procedurele rechten en verplichtingen van de eisende partij bij de procedure hebben. Het moet de lidstaten vrijstaan individuele consumenten die betrokken zijn bij de representatieve vordering bepaalde rechten in het kader van de representatieve vordering te geven, maar deze individuele consumenten mogen geen eisende partij bij de procedure zijn. In geen geval mogen individuele consumenten in staat zijn te interfereren met de procedurebesluiten van de bevoegde instanties, afzonderlijk bewijs op te vragen in het kader van de procedure of individueel beroep in te stellen tegen de procedurele beslissingen van de rechtbank of de administratieve autoriteit waarbij de representatieve vordering is ingesteld. Bovendien mogen individuele consumenten geen procedurele verplichtingen in het kader van de representatieve vordering hebben, noch de procedurekosten dragen, behalve in uitzonderlijke omstandigheden.
- (37)
Consumenten die betrokken zijn bij een representatieve vordering, moeten evenwel het recht hebben om voordeel te genieten van die representatieve vordering. In representatieve vorderingen met het oog op herstelmaatregelen moeten deze voordelen de vorm aannemen van remedies zoals schadeloosstelling, reparatie, vervanging, prijsvermindering, contractbeëindiging of terugbetaling van de betaalde prijs. In representatieve vorderingen met het oog op stakingsmaatregelen zou het voordeel voor de betrokken consumenten bestaan in het beëindigen of verbieden van de praktijk die een inbreuk vormt.
- (38)
In het kader van representatieve vorderingen met het oog op herstelmaatregelen moet de in het ongelijk gestelde partij de door de in het gelijk gestelde partij gedragen procedurekosten betalen, overeenkomstig de voorwaarden en uitzonderingen waarin het nationale recht voorziet. De rechtbank of administratieve autoriteit mag de in het ongelijk gestelde partij echter niet verwijzen in de kosten voor zover deze onnodig zijn gemaakt. De procedurekosten mogen niet worden betaald door de individuele consumenten die betrokken zijn bij een representatieve vordering. In uitzonderlijke omstandigheden moet het echter wel mogelijk zijn om individuele consumenten die betrokken zijn bij een representatieve vordering met het oog op herstelmaatregelen op te dragen de procedurekosten te betalen die opzettelijk of uit nalatigheid door die individuele consumenten zijn gemaakt, bijvoorbeeld omdat zij de procedure hebben verlengd door onrechtmatige gedragingen. De procedurekosten moeten bijvoorbeeld de kosten omvatten die ontstaan omdat partijen door een advocaat of een andere rechtsbeoefenaar werden vertegenwoordigd, of de kosten van de betekening of vertaling van documenten.
- (39)
Om misbruik van procesrecht te vermijden, moeten de lidstaten nieuwe regels vaststellen of bestaande regels toepassen uit hoofde van het nationale recht, zodat de rechtbank of administratieve autoriteit kan besluiten kennelijk ongegronde zaken te verwerpen zodra deze rechtbank of autoriteit de nodige informatie heeft ontvangen om een dergelijke beslissing te rechtvaardigen. De lidstaten mogen niet worden verplicht bijzondere regels in te voeren die van toepassing zijn op representatieve vorderingen en zij moeten de mogelijkheid hebben om de algemene procedureregels toe te passen, indien die regels voldoen aan de doelstelling van het voorkomen van misbruik van procesrecht.
- (40)
Stakingsmaatregelen moeten zowel definitieve als provisoire maatregelen omvatten. Onder de provisoire maatregelen zouden voorlopige, voorzorgs- en preventieve maatregelen kunnen vallen voor het stopzetten van een bestaande praktijk of voor het verbieden van een praktijk indien die nog niet wordt toegepast, maar het gevaar bestaat dat zij ernstige of onomkeerbare schade zou opleveren voor consumenten. Stakingsmaatregelen zouden ook maatregelen kunnen omvatten waarbij wordt vastgesteld dat een bepaalde praktijk een inbreuk vormt, indien de praktijk is geëindigd voordat de representatieve vordering werd ingesteld maar er nog moet worden vastgesteld dat die praktijk een inbreuk vormde, bijvoorbeeld ter facilitering van follow-upvorderingen met het oog op herstelmaatregelen. Stakingsmaatregelen kunnen bovendien een verplichting voor de inbreuk makende handelaar omvatten om de beslissing van de rechtbank of administratieve autoriteit over de maatregel volledig of gedeeltelijk in een als passend beschouwde vorm bekend te maken, of om een rechtzetting te publiceren.
- (41)
Voortbouwend op Richtlijn 2009/22/EG moeten de lidstaten kunnen voorschrijven dat een bevoegde instantie die voornemens is een representatieve vordering met het oog op stakingsmaatregelen in te stellen, voorafgaand overleg moet plegen, zodat de betrokken handelaar de gelegenheid krijgt de inbreuk waarop de representatieve vordering betrekking zou hebben, te staken. De lidstaten moeten eveneens kunnen voorschrijven dat dat voorafgaand overleg samen met een door hen aangewezen onafhankelijke overheidsinstantie moet plaatsvinden. Indien lidstaten hebben vastgesteld dat voorafgaand overleg moet plaatsvinden, moet een termijn van twee weken vanaf de ontvangst van het verzoek om overleg worden vastgelegd, waarna de verzoekende partij onverwijld een representatieve vordering met het oog op een stakingsmaatregel moet kunnen instellen bij de bevoegde rechtbank of administratieve autoriteit indien de inbreuk niet is gestaakt. Dergelijke vereisten kunnen ook worden toegepast op representatieve vorderingen met het oog op herstelmaatregelen, overeenkomstig nationaal recht.
- (42)
Deze richtlijn dient te voorzien in een procedureel mechanisme dat geen afbreuk doet aan de regels die consumenten materiële rechten geven op contractuele en niet-contractuele remedies in gevallen waarin hun belangen schade hebben ondervonden door een inbreuk, zoals het recht op schadevergoeding, contractbeëindiging, terugbetaling, vervanging, reparatie of prijsvermindering, al naargelang dat passend en op grond van het Unierecht of het nationale recht mogelijk is. De mogelijkheid om een representatieve vordering met het oog op herstelmaatregelen in het kader van deze richtlijn in te stellen mag alleen bestaan indien het Unierecht of het nationale recht in dergelijke materiële rechten voorziet. Deze richtlijn mag het niet mogelijk maken dat punitieve schadevergoedingen worden opgelegd aan de inbreuk makende handelaar, overeenkomstig nationaal recht.
- (43)
Consumenten die betrokken zijn bij een representatieve vordering met het oog op herstelmaatregelen, moeten, nadat de representatieve vordering is ingesteld, voldoende gelegenheid krijgen om te kennen te geven of zij al dan niet willen worden vertegenwoordigd door de bevoegde instantie in het kader van die specifieke representatieve vordering en of zij al dan niet willen profiteren van de relevante resultaten van die representatieve vordering. De lidstaten moeten afhankelijk van hun rechtstradities voorzien in een opt-in- of een opt-outmechanisme, of een combinatie van de twee. In een opt-inmechanisme moeten consumenten worden verplicht uitdrukkelijk te kennen te geven dat zij door de bevoegde instantie vertegenwoordigd willen worden in het kader van de representatieve vordering met het oog op herstelmaatregelen. In een opt-outmechanisme moeten consumenten worden verplicht uitdrukkelijk te kennen te geven dat zij niet door de bevoegde instantie vertegenwoordigd willen worden in het kader van de representatieve vordering met het oog op herstelmaatregelen. De lidstaten moeten kunnen bepalen in welke fase van de procedure individuele consumenten hun recht kunnen uitoefenen om zich al dan niet bij de representatieve vordering aan te sluiten.
- (44)
Lidstaten die in een opt-inmechanisme voorzien, moeten kunnen eisen dat bepaalde consumenten zich bij de representatieve vordering met het oog op herstelmaatregelen aansluiten voordat de representatieve vordering wordt ingesteld, mits andere consumenten eveneens de mogelijkheid hebben zich nog aan te sluiten nadat de representatieve vordering is ingesteld.
- (45)
In het belang van een goede rechtsbedeling en ter voorkoming van onverenigbare uitspraken moet evenwel een opt-inmechanisme worden verplicht bij representatieve vorderingen met het oog op herstelmaatregelen waarbij de door een inbreuk benadeelde consumenten hun gewone verblijfplaats niet hebben in de lidstaat van de rechtbank of administratieve autoriteit waarbij de representatieve vordering wordt ingesteld. In dergelijke situaties moeten consumenten uitdrukkelijk te kennen geven dat zij in het kader van die representatieve vordering vertegenwoordigd willen worden om door het resultaat van de representatieve vordering gebonden te zijn.
- (46)
Indien consumenten uitdrukkelijk of stilzwijgend te kennen geven dat zij door een bevoegde instantie vertegenwoordigd willen worden in het kader van een representatieve vordering met het oog op herstelmaatregelen, ongeacht of die representatieve vordering wordt ingesteld in het kader van een opt-in- dan wel een opt-out mechanisme, mogen zij niet langer over de mogelijkheid beschikken om vertegenwoordigd te worden in het kader van andere representatieve vorderingen op dezelfde grond tegen dezelfde handelaar of om op dezelfde grond individuele vorderingen in te stellen tegen dezelfde handelaar. Dit mag echter niet van toepassing zijn indien een consument die uitdrukkelijk of stilzwijgend te kennen heeft gegeven dat hij vertegenwoordigd wil worden in het kader van een representatieve vordering met het oog op herstelmaatregelen, zich later uit die vordering terugtrekt overeenkomstig nationaal recht, bijvoorbeeld indien een consument op een later ogenblik weigert door een schikking gebonden te zijn.
- (47)
Om redenen van doelmatigheid en efficiëntie moeten de lidstaten consumenten overeenkomstig de nationale wetgeving ook de mogelijkheid kunnen bieden rechtstreeks voordeel te trekken van een herstelmaatregel na de uitvaardiging ervan, zonder dat eisen worden gesteld inzake eerdere deelname aan de representatieve vordering.
- (48)
De lidstaten moeten regels vaststellen voor de coördinatie van representatieve vorderingen, individuele vorderingen die zijn ingesteld door consumenten en alle andere vorderingen tot bescherming van individuele en collectieve belangen overeenkomstig het Unierecht en het nationale recht. Krachtens deze richtlijn uitgevaardigde stakingsmaatregelen mogen geen afbreuk doen aan individuele vorderingen met het oog op herstelmaatregelen die zijn ingesteld door consumenten die schade hebben geleden door de praktijk waarop de stakingsmaatregelen van toepassing zijn.
- (49)
De lidstaten moeten bevoegde instanties verplichten voldoende informatie te verstrekken ter ondersteuning van representatieve vorderingen met het oog op herstelmaatregelen, waaronder een beschrijving van de groep consumenten die door de inbreuk worden benadeeld en de feitelijke en juridische kwesties die in het kader van de representatieve vordering moeten worden opgelost. De bevoegde instantie mag niet worden verplicht elke bij de representatieve vordering betrokken consument individueel te identificeren om de representatieve vordering te kunnen instellen. Bij representatieve vorderingen met het oog op herstelmaatregelen moet de rechtbank of administratieve autoriteit zo vroeg mogelijk in de procedure nagaan of de zaak geschikt is om het voorwerp van een representatieve vordering te vormen, gezien de aard van de inbreuk en de kenmerken van de door de benadeelde consumenten geleden schade.
- (50)
Herstelmaatregelen moeten de individuele consumenten vermelden of ten minste de groep consumenten beschrijven die recht heeft op de door die herstelmaatregelen geboden remedies, alsook, indien toepasselijk, de methode voor de kwantificering van de schade en de relevante stappen die consumenten en handelaren moeten nemen met het oog op de tenuitvoerlegging van de remedies. Consumenten die recht hebben op remedies, moeten deze mogelijkheden kunnen benutten zonder afzonderlijke procedures te hoeven instellen. Een verplichting tot een afzonderlijke procedure impliceert bijvoorbeeld dat de consument verplicht zou zijn een individuele vordering in te stellen bij een rechtbank of administratieve autoriteit voor het kwantificeren van de geleden schade. Omgekeerd moet het uit hoofde van deze richtlijn wel mogelijk zijn om van consumenten te eisen dat zij, om gebruik te kunnen maken van hun remedies, bepaalde stappen ondernemen, zoals zich bekendmaken bij een instantie die belast is met de tenuitvoerlegging van de herstelmaatregel.
- (51)
De lidstaten moeten regels vaststellen of handhaven inzake termijnen, zoals verjaringstermijnen of andere termijnen waarbinnen individuele consumenten hun recht moeten uitoefenen om voordeel te trekken van de herstelmaatregelen. De lidstaten moeten regels kunnen vaststellen over de bestemming van uitstaande herstelfondsen die niet binnen de vastgestelde termijn werden opgevraagd.
- (52)
Bevoegde instanties moeten aan rechtbanken en administratieve autoriteiten volledige transparantie bieden over de financieringsbron van hun activiteiten in het algemeen en over de herkomst van de middelen ter ondersteuning van een specifieke representatieve vordering met het oog op herstelmaatregelen. Dit is noodzakelijk om rechtbanken en administratieve autoriteiten in staat te stellen te beoordelen of financiering door derden, voor zover toegestaan krachtens het nationale recht, voldoet aan de in deze richtlijn gestelde voorwaarden en of er tussen de financierende derde en de bevoegde instantie een belangenconflict bestaat dat een risico creëert van misbruik van procesrecht; ook moeten zij aldus kunnen beoordelen of de financiering door een derde die een economisch belang heeft bij het instellen of het resultaat van de representatieve vordering met het oog op herstelmaatregelen, de representatieve vordering afleidt van de bescherming van de collectieve belangen van consumenten. De informatie die de bevoegde instantie aan de rechtbank of administratieve autoriteit verstrekt, moet deze rechtbank of administratieve autoriteit in staat stellen om te beoordelen of de derde de procedurele beslissingen van de bevoegde instantie in het kader van de representatieve vordering onrechtmatig zou kunnen beïnvloeden, onder meer in geval van beslissingen over schikkingen, op een wijze die afbreuk doet aan de collectieve belangen van de betrokken consumenten, en om te beoordelen of de derde financiële middelen verstrekt voor een representatieve vordering met het oog op herstelmaatregelen jegens een verweerder die een concurrent is van de derde die de financiering verstrekt of jegens een verweerder van wie de derde die de financiering verstrekt afhankelijk is. Er moet van worden uitgegaan dat de directe financiering van een specifieke representatieve vordering door een handelaar die op dezelfde markt actief is als de verweerder, een belangenconflict impliceert aangezien de concurrent een economisch belang bij het resultaat van de representatieve vordering zou kunnen hebben dat niet overeenstemt met het belang van de consument.
De indirecte financiering van een representatieve vordering door organisaties die worden gefinancierd door middel van gelijke bijdragen van hun leden of door middel van donaties, waaronder donaties van handelaren in het kader van initiatieven op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen of crowdfunding, moet worden geacht in aanmerking te komen voor financiering door derden, mits de financiering door derden voldoet aan de eisen van transparantie, onafhankelijkheid en de afwezigheid van belangenconflicten. Indien een belangenconflict wordt bevestigd, moet de rechtbank of administratieve autoriteit de bevoegdheid hebben om passende maatregelen te treffen, zoals de bevoegde instantie verplichten om de financiering in kwestie te weigeren of te wijzigen en, indien nodig, de procesbevoegdheid van de bevoegde instantie afwijzen of een specifieke representatieve vordering met het oog op herstelmaatregelen niet-ontvankelijk te verklaren. Een dergelijke afwijzing of niet-ontvankelijkverklaring moet de rechten van de bij de representatieve vordering betrokken consumenten onverlet laten.
- (53)
Collectieve schikkingen die consumenten die schade hebben ondervonden, herstel beogen te bieden, moeten worden bevorderd in het kader van representatieve vorderingen met het oog op herstelmaatregelen.
- (54)
De rechtbanken of administratieve autoriteiten moeten de handelaar en de bevoegde instantie die de representatieve vordering met het oog op herstelmaatregelen heeft ingesteld, kunnen verzoeken om onderhandelingen te beginnen met het oog op een schikking over het herstel dat de bij de representatieve vordering betrokken consumenten moet worden geboden.
- (55)
Schikkingen die zijn bereikt in het kader van een representatieve vordering met het oog op herstelmaatregelen moeten door de bevoegde rechtbank of administratieve autoriteit worden goedgekeurd tenzij de voorwaarden van de schikking niet kunnen worden gehandhaafd of de schikking strijdig is met dwingende bepalingen van nationaal recht die van toepassing zijn op de grond van de vordering en waarvan niet kan worden afgeweken ten nadele van de consumenten door middel van een contract. Zo zou een schikking die een clausule in een contract die de handelaar een exclusief recht geeft tot uitlegging van de andere clausules van dat contract, uitdrukkelijk ongewijzigd handhaaft, strijdig kunnen zijn met dwingende bepalingen van nationaal recht.
- (56)
De lidstaten moeten regels kunnen vaststellen die een rechtbank of een administratieve autoriteit in staat stellen ook de goedkeuring te weigeren van schikkingen die zij als oneerlijk beschouwt.
- (57)
Goedgekeurde schikkingen moeten bindend zijn voor de bevoegde instantie, de handelaar en de betrokken individuele consumenten. De lidstaten moeten evenwel regels kunnen vaststellen op grond waarvan de betrokken individuele consumenten een schikking kunnen aanvaarden of kunnen weigeren daardoor gebonden te zijn.
- (58)
Voor het welslagen van een representatieve vordering is het essentieel dat consumenten daarover worden geïnformeerd. De bevoegde instanties moeten op hun websites consumenten informeren over de representatieve vorderingen die zij besloten hebben in te stellen voor de rechtbank of administratieve autoriteit, alsook over de stand van zaken met betrekking tot de door hen ingestelde representatieve vorderingen en de resultaten van deze representatieve vorderingen, zodat consumenten met kennis van zaken kunnen beslissen of zij aan een representatieve vordering willen deelnemen en tijdig de nodige maatregelen kunnen treffen. De informatie die de bevoegde instanties aan de consumenten moeten verstrekken, moet de volgende elementen bevatten, voor zover relevant en passend: een uitleg in begrijpelijke taal over het onderwerp en de mogelijke of feitelijke rechtsgevolgen van de representatieve vordering, het voornemen van de bevoegde instantie om de vordering in te stellen, een beschrijving van de groep consumenten waarop de representatieve vordering betrekking heeft, en de noodzakelijke stappen die de betrokken consumenten moeten nemen, waaronder het waarborgen van het nodige bewijs, zodat consumenten gebruik kunnen maken van de stakingsmaatregelen, de herstelmaatregelen of de goedgekeurde schikkingen waarin deze richtlijn voorziet. Die informatie moet passend zijn en in verhouding staan tot de omstandigheden van het geval.
- (59)
Onverminderd de verplichting van de bevoegde instanties om informatie te verstrekken, moeten de betrokken consumenten worden geïnformeerd over de aanhangige representatieve vorderingen tot herstelmaatregelen, zodat zij uitdrukkelijk of stilzwijgend te kennen kunnen geven dat zij in de representatieve vordering vertegenwoordigd willen worden. De lidstaten moeten dat mogelijk maken door te voorzien in passende regels inzake de verspreiding van informatie over representatieve vorderingen aan consumenten. Het moet aan de lidstaten zijn om te beslissen wie verantwoordelijk moet zijn voor het verspreiden van die informatie.
- (60)
Consumenten moeten tevens worden geïnformeerd over definitieve beslissingen die stakingsmaatregelen, herstelmaatregelen of goedgekeurde schikkingen bevatten, over hun rechten na de vaststelling van een inbreuk en over eventueel door de bij de representatieve vordering betrokken consumenten te ondernemen stappen, met name voor het verkrijgen van herstel. Om handelaren te ontmoedigen inbreuk te maken op de rechten van consumenten, zijn ook de reputatierisico's in verband met de verspreiding van informatie over de inbreuk van belang.
- (61)
Om doeltreffend te zijn, moet de informatie over de aanhangige representatieve vorderingen en de afgesloten representatieve vorderingen passend zijn en in verhouding staan tot de omstandigheden van het geval. Die informatie kan bijvoorbeeld worden verstrekt via de website van de bevoegde instantie of de handelaar, nationale elektronische gegevensbanken, sociale media, online marktplaatsen of kranten met een grote oplage, waaronder kranten die uitsluitend via elektronische communicatiemiddelen worden verspreid. Indien mogelijk en passend moeten consumenten individueel worden geïnformeerd via elektronische of papieren brieven. Degelijke informatie moet op verzoek worden verstrekt in een formaat dat toegankelijk is voor personen met een handicap.
- (62)
Het moet aan de inbreuk makende handelaar zijn om op eigen kosten alle betrokken consumenten over de definitieve stakingsmaatregelen en de definitieve herstelmaatregelen te informeren. De handelaar moet de consumenten ook in kennis stellen van alle door een rechtbank of administratieve autoriteit goedgekeurde schikkingen. De lidstaten moeten regels kunnen vaststellen op grond waarvan die verplichting afhankelijk is van een verzoek van de bevoegde instantie. Indien het krachtens nationaal recht aan de bevoegde instantie dan wel aan de rechtbank of administratieve autoriteit is om informatie over definitieve beslissingen en goedgekeurde schikkingen te verstrekken aan de bij de representatieve vordering betrokken consumenten, mag de handelaar niet worden verplicht die informatie een tweede keer te verstrekken. De bevoegde instantie moet de betrokken consumenten informeren over definitieve beslissingen over de afwijzing of verwerping van een representatieve vordering tot herstelmaatregelen.
- (63)
De lidstaten moeten nationale elektronische gegevensbanken kunnen opzetten die publiek toegankelijk zijn via websites die informatie verschaffen over de bevoegde instanties die vooraf zijn aangewezen met als doel het instellen van binnenlandse representatieve vorderingen en grensoverschrijdende representatieve vorderingen, en algemene informatie over aanhangige en afgesloten representatieve vorderingen.
- (64)
De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de definitieve beslissing van een rechtbank of administratieve autoriteit van een lidstaat over het bestaan van een inbreuk die de collectieve belangen van consumenten schaadt, door alle partijen kan worden aangevoerd als bewijs in het kader van enige andere vordering met het oog op herstelmaatregelen jegens dezelfde handelaar inzake dezelfde praktijk bij hun rechtbanken of administratieve autoriteiten. Conform de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de vrije bewijswaardering mag dit geen afbreuk doen aan het nationaal recht inzake bewijswaardering.
- (65)
Verjaringstermijnen worden doorgaans geschorst wanneer een vordering wordt ingesteld. Vorderingen met het oog op stakingsmaatregelen hebben echter niet noodzakelijk schorsende werking ten aanzien van latere herstelmaatregelen die het gevolg kunnen zijn van dezelfde inbreuk. De lidstaten moeten er derhalve voor zorgen dat een in behandeling zijnde representatieve vordering met het oog op stakingsmaatregelen tot gevolg heeft dat de toepasselijke verjaringstermijnen ten aanzien van de bij de representatieve vordering betrokken consumenten worden geschorst of gestuit, om te vermijden dat deze consumenten, ongeacht of zij voor zichzelf optreden of worden vertegenwoordigd door een bevoegde instantie, door het verstrijken van de verjaringstermijnen tijdens de behandeling van de representatieve vordering met het oog op stakingsmaatregelen zou worden belet om later een representatieve vordering met het oog op herstelmaatregelen in te stellen. Een bevoegde instantie die een representatieve vordering met het oog op stakingsmaatregelen instelt, moet de groep consumenten wier belangen door de vermeende inbreuk worden benadeeld, die een mogelijke aanspraak hebben als gevolg van de inbreuk en die benadeeld kunnen worden door het verstrijken van verjaringstermijnen tijdens die representatieve vordering, voldoende nauw omschrijven. Om twijfel te voorkomen, moet worden vermeld dat ook een in behandeling zijnde representatieve vordering met het oog op een herstelmaatregel tot gevolg moet hebben dat de toepasselijke verjaringstermijnen ten aanzien van de bij die representatieve vordering betrokken consumenten worden geschorst of gestuit.
- (66)
Om rechtszekerheid te waarborgen, mag de op grond van deze richtlijn opgelegde schorsing of stuiting van verjaringstermijnen alleen van toepassing zijn op herstelaanspraken die gebaseerd zijn op inbreuken die zich op of na 25 juni 2023 hebben voorgedaan. Dit mag geen beletsel vormen voor de toepassing van nationale bepalingen inzake de schorsing of stuiting van verjaringstermijnen die al vóór 25 juni 2023 van toepassing waren, op herstelaanspraken die gebaseerd zijn op inbreuken die zich vóór die datum hebben voorgedaan.
- (67)
Representatieve vorderingen met het oog op stakingsmaatregelen moeten met de nodige procedurele doelmatigheid worden behandeld. Indien een inbreuk aan de gang is, kan doelmatigheid nog meer noodzakelijk zijn. Representatieve vorderingen met het oog op stakingsmaatregelen als voorlopige voorziening moeten, waar passend, worden behandeld volgens een summiere procedure, zodat wordt voorkomen dat de inbreuk schade of nog meer schade veroorzaakt.
- (68)
Bewijs is essentieel om vast te stellen of een representatieve vordering met het oog op stakings- of herstelmaatregelen gegrond is. Betrekkingen tussen ondernemingen en consumenten worden echter vaak gekenmerkt door informatieasymmetrieën en het is mogelijk dat de handelaar als enige over het noodzakelijke bewijs beschikt, waardoor het voor de bevoegde instantie niet toegankelijk is. Bevoegde instanties moeten daarom het recht hebben om de rechtbank of administratieve autoriteit te verzoeken de handelaar te bevelen toegang te verlenen tot bewijs dat relevant is voor hun aanspraak. Anderzijds moet, gelet op het beginsel van procedurele gelijkheid, de handelaar een soortgelijk recht hebben om te verzoeken om bewijs waarover de bevoegde instantie beschikt. De noodzaak, reikwijdte en evenredigheid van bevelen om toegang te verlenen tot bewijs moeten zorgvuldig worden beoordeeld door de rechtbank of administratieve autoriteit waarbij de representatieve vordering wordt ingesteld, overeenkomstig nationaal procedurerecht, rekening houdend met de bescherming van de legitieme belangen van derden en met inachtneming van het toepasselijke Unierecht en de toepasselijke nationale regels inzake vertrouwelijkheid.
- (69)
Om ervoor te zorgen dat representatieve vorderingen doeltreffend zijn, moeten er doeltreffende, afschrikkende en evenredige sancties gelden voor inbreuk makende handelaren die nalaten of weigeren gevolg te geven aan een stakingsmaatregel. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat die sancties de vorm kunnen aannemen van boeten, bijvoorbeeld voorwaardelijke boeten, periodieke betalingen of dwangsommen. Ook moeten er sancties gelden indien wordt nagelaten of geweigerd gevolg te geven aan een bevel tot verstrekking van informatie aan de betrokken consumenten over definitieve beslissingen of schikkingen, of indien wordt nagelaten of geweigerd toegang te verlenen tot bewijs. Het moet ook mogelijk zijn andere soorten sancties, zoals procedurele maatregelen, op te leggen voor een weigering om gevolg te geven aan een bevel tot verlening van toegang tot bewijs.
- (70)
Aangezien representatieve vorderingen het algemeen belang behartigen door de collectieve belangen van consumenten te beschermen, moeten de lidstaten maatregelen handhaven of nemen om ervoor te zorgen dat de kosten die verband houden met de procedures bevoegde instanties niet beletten om overeenkomstig deze richtlijn representatieve vorderingen in te stellen. Dergelijke maatregelen zouden kunnen bestaan in beperking van de toepasselijke gerechtskosten of administratieve kosten, verlening, waar nodig, van toegang tot rechtsbijstand aan de bevoegde instanties of verstrekking van overheidsfinanciering aan bevoegde instanties voor het instellen van representatieve vorderingen, met inbegrip van structurele en andere ondersteuning. De lidstaten mogen evenwel niet worden verplicht representatieve vorderingen te financieren.
- (71)
Samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen bevoegde instanties van verschillende lidstaten zijn nuttig gebleken voor de aanpak van met name grensoverschrijdende inbreuken. De maatregelen op het gebied van capaciteitsopbouw en samenwerking moeten in stand worden gehouden en worden uitgebreid tot een groter aantal bevoegde instanties in de Unie, zodat vaker gebruik wordt gemaakt van representatieve vorderingen met grensoverschrijdende gevolgen.
- (72)
Voor het evalueren van deze richtlijn moeten de lidstaten de Commissie gegevens verstrekken over representatieve vorderingen die overeenkomstig deze richtlijn zijn ingesteld. De lidstaten moeten informatie verstrekken over het aantal en het soort representatieve vorderingen die zijn afgesloten voor hun rechtbanken of administratieve autoriteiten. Ook moet informatie worden verstrekt over de resultaten van representatieve vorderingen, zoals de vraag of ze ontvankelijk werden verklaard en resultaten hebben opgeleverd of tot een goedgekeurde schikking hebben geleid. Om de administratieve lasten voor de lidstaten bij het nakomen van deze verplichtingen te beperken, moet het volstaan de Commissie algemene informatie te verstrekken over het soort inbreuken en de partijen, met name in verband met stakingsmaatregelen. Wat bijvoorbeeld partijen betreft, moet het volstaan de Commissie mee te delen of de bevoegde instantie een consumentenorganisatie dan wel een overheidsinstantie was, en in welke sector de handelaar actief was, bijvoorbeeld financiële diensten. Ook moeten de lidstaten de Commissie exemplaren van de relevante beslissingen of schikkingen kunnen verstrekken. Er moet geen informatie worden verstrekt over de specifieke identiteit van de bij de representatieve vorderingen betrokken consumenten.
- (73)
De Commissie moet een verslag opstellen, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel, waarin wordt beoordeeld of grensoverschrijdende representatieve vorderingen het best op Unieniveau kunnen worden behandeld door het aanstellen van een Europese Ombudsman voor representatieve vorderingen met het oog op stakings- en herstelmaatregelen.
- (74)
Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name zijn erkend in het Handvest. Deze richtlijn moet dan ook worden uitgelegd en toegepast conform deze rechten en beginselen, waaronder die met betrekking tot het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, alsook het recht van verweer.
- (75)
Op het gebied van milieurecht houdt deze richtlijn rekening met het Verdrag van 25 juni 1998 betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden van de Economische Commissie van de Verenigde Naties voor Europa (‘Verdrag van Aarhus’).
- (76)
Daar de doelstellingen van deze richtlijn, namelijk ervoor zorgen dat er in alle lidstaten wordt voorzien in een mechanisme voor representatieve vorderingen voor het beschermen van de collectieve belangen van consumenten teneinde een hoog niveau van consumentenbescherming te verzekeren en bij te dragen aan de goede werking van de interne markt, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de grensoverschrijdende gevolgen van inbreuken beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.
- (77)
Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken (9) hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van die stukken gerechtvaardigd.
- (78)
Het is passend om regels voor de toepassing van deze richtlijn in de tijd vast te stellen.
- (79)
Richtlijn 2009/22/EG moet derhalve worden ingetrokken,
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 440 van 6.12.2018, blz. 66.
PB C 461 van 21.12.2018, blz. 232.
Standpunt van het Europees Parlement van 26 maart 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 4 november 2020 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Standpunt van het Europees Parlement van 24 november 2020 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
Richtlijn 2009/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende het doen staken van inbreuken in het raam van de bescherming van de consumentenbelangen (PB L 110 van 1.5.2009, blz. 30).
Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 inzake het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (Rome II) (PB L 199 van 31.7.2007, blz. 40).
Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) (PB L 177 van 4.7.2008, blz. 6).
Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 351 van 20.12.2012, blz. 1).
PB C 369 van 17.12.2011, blz. 14.