NJ 1958/417
„Verkeerde behandeling van het goed". vrijheid van den rechter bij begroting van geleden schade.
HR 25-04-1958, ECLI:NL:HR:1958:50, m.nt. Prof. Mr. J.H. Beekhuis
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 april 1958
- Magistraten
Mrs. Donner, Boltjes, de Jong, Hülsmann en Petit
- Zaaknummer
[25041958/NJ_1958-417]
- Conclusie
Mr. s'Jacob
- Noot
Prof. Mr. J.H. Beekhuis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS167480:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1958:50, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑04‑1958
- Wetingang
(K. art. 470, B. W. artt. 1282 en 1401, Rv. art. 199.) 1
Essentie
„Verkeerde behandeling van het goed". vrijheid van den rechter bij begroting van geleden schade.
Samenvatting
Noch de woorden, noch de strekking van art. 470 (oud) K. laten toe een handeling of een verzuim met betrekking tot de verzending van ladingmanifesten aan te merken als „verkeerde behandeling van het goed" (voor de gevolgen waarvan de vervoerder zich niet kan vrijtekenen).
Bij de begroting van geleden schade kan de rechter zelfstandig te werk gaan en is hij vrij feitelijke gegevens aan zijn beslissing ten grondslag te leggen, waarop niet door een der partijen beroep is gedaan. Indien de rechter van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.