Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Arabische Republiek Egypte
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2005
- Bronpublicatie:
27-07-2003, Trb. 2003, 145 (uitgifte: 12-09-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-09-2005, Trb. 2005, 262 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder:
- a.
‘grondgebied’, met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden, het grondgebied van het Koninkrijk in Europa; met betrekking tot de Arabische Republiek Egypte, het gehele staatsgebied van de Arabische Republiek Egypte met inbegrip van de binnenwateren, en de territoriale zee en de ondergrond ten aanzien waarvan Egypte haar soevereine rechten en rechtsmacht uitoefent, en de exclusieve economische zone waarin Egypte haar soevereine rechten en rechtsmacht uitoefent, in overeenstemming met haar wetgeving en met de regels en beginselen van het internationale recht;
- b.
‘bevoegde autoriteit’, met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Nederland; met betrekking tot de Arabische Republiek Egypte, de minister van Verzekering en Sociale Zaken;
- c.
‘bevoegd orgaan’, met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de takken van sociale zekerheid bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder i, ii, iii en iv: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen; betreffende de takken van sociale zekerheid bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder v, vi en vii: de Sociale verzekeringsbank; betreffende de wetgeving inzake sociale bijstand: de instelling die daartoe is aangewezen door de Nederlandse bevoegde autoriteit; met betrekking tot de Arabische Republiek Egypte: het ministerie van Verzekering en Sociale Zaken en de Nationale Organisatie voor Sociale Verzekering of elke organisatie bevoegd tot het uitvoeren van een taak die momenteel wordt uitgevoerd door voornoemde organen;
- d.
‘instellingen’, elke organisatie die betrokken is bij de uitvoering van dit Verdrag, met inbegrip van onder meer de bevolkingsregisters, geboorte-, overlijdens- en huwelijksregisters, belastingautoriteiten, arbeidsbureaus, scholen en andere onderwijsinstellingen, kadasterregisters, handelsautoriteiten, politie, gevangeniswezen en immigratiediensten;
- e.
‘wetgeving’, de wetgeving met betrekking tot de takken van sociale zekerheid genoemd in artikel 2;
- f.
‘uitkering’, elke uitkering in geld of elk pensioen krachtens de wetgeving;
- g.
‘uitkeringsgerechtigde’, een persoon die een uitkering aanvraagt of recht heeft op een uitkering;
- h.
‘gezinslid’, een persoon die als zodanig wordt omschreven of aangemerkt door de wetgeving;
- i.
‘werknemer’, een persoon die in legale dienstbetrekking staat tot een werkgever alsmede ieder die krachtens de toegepaste wetgeving wordt aangemerkt als werknemer;
- j.
‘zelfstandige’, een persoon die zonder een arbeidsovereenkomst werkzaamheden verricht of een beroep uitoefent voor zijn of haar eigen rekening;
- k.
‘wonen’, regulier wonen;
- l.
‘verblijven’, tijdelijk wonen.
2.
Andere in dit Verdrag gebruikte termen hebben de betekenis die daaraan in de toegepaste wetgeving wordt gegeven.