Einde inhoudsopgave
Avarij-Grosse Regels IVR
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2006
- Bronpublicatie:
01-06-2006, Internet 2006, www.ivr.nl (uitgifte: 01-06-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-06-2006, Internet 2006, www.ivr.nl (uitgifte: 01-06-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Beperking der avarij-grosse
Regel XXIV is bijna geheel uit par. 83 BSG overgenomen. In de Rijnvaart gebeurt het dikwijls dat en schipper vanwege een schade aan zijn schip of machines zich met het oog op dreigend verlies genoodzaakt ziet een haven binnen te lopen. Dit is dan een avarij-grosse-handeling bij uitstek; overigens een typisch voorbeeld van avarij-grosse in de zeevart; daar worden niet alleen de kosten van het binnenlopen van de haven in avarij-grosse toegelaten, maar ook alle kosten die gedurende het verblijf in de noodhaven zijn gemaakt, daaronder begrepen de gages en de kostgelden van de bemanning. Geheel anders is dit in de Rijnvaart. Men vreesde dat in een periode van economische neergang de schipper geneigd zou kunnen zijn een haven binnen te vluchten, aldaar gedurende de crisisperiode langdurig reparaties te doen uitvoeren en het kostgeld en de gages van hem en zijn familie die als leden van de bemanning zijn aangenomen, aan de avarij-grosse te belasten. Regel XXIV laat mitsdien slechts in avarij-grosse toe die kosten, waaraan noch de schipper noch zijn familie een voordeel kunnen behalen. Derhalve worden noch de gages en het kostgeld van de bemanning, noch de verbruikte brandstof etc. in avarij-grosse toegelaten.
Periode van laag water
Het tweede lid van Regel XXIV beperkt andermaal het begrip noodhaven: wanneer een schipper wegens laag water gedwongen is een noodhaven aan te lopen of daar te verblijven, zal dit nooit een avarij-grosse-handeling opleveren, zelfs niet indien aan de voorwaarden gesteld door de beginsel-Regels is voldaan. Ook deze strenge bepaling vindt haar oorsprong in de hierboven reeds besproken vrees. Het gebeurt tamelijk dikwijls dat op de Rijn de waterstand zo laag is dat de normale scheepvaart moet worden onderbroken. Regel XXIV bepaalt nog eens dat deze omstandigheid, aangezien zijn niet als buitengewoon valt aan te merken (Regel I), toelating in avarij-grose van verblijfskosten in een noodhaven niet rechtvaardigt.