ABRvS, 13-05-2015, nr. 201308222/1/R4
ECLI:NL:RVS:2015:1509
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
13-05-2015
- Zaaknummer
201308222/1/R4
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RVS:2015:1509, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 13‑05‑2015; (Eerste aanleg - meervoudig)
Herziening: ECLI:NL:RVS:2015:3059, Afwijzing
Uitspraak 13‑05‑2015
Inhoudsindicatie
Bij besluit van 27 mei 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Kernen" vastgesteld.
201308222/1/R4.
Datum uitspraak: 13 mei 2015
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante], wonend te Lexmond, gemeente Zederik,
en
de raad van de gemeente Zederik,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 27 mei 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Kernen" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellante] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellante] heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 maart 2015, waar [appellante] en de raad, vertegenwoordigd door mr. J. Steenhuis en G.J. Hanning, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Buiten bezwaar van de raad heeft [appellante] ter zitting nadere stukken overgelegd.
Overwegingen
1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
2. Het plan voorziet in een juridisch-planologische regeling voor de kernen van de gemeente Zederik.
3. [appellante] woont op het perceel [locatie 1] te Lexmond. Dit perceel is gelegen buiten het plangebied op een afstand van ongeveer 90 meter van de plangrens.
4. [appellante] betoogt dat de raad ten onrechte haar zienswijze en de door haar voorgestelde aanpassingen buiten beschouwing heeft gelaten. Tevens betoogt zij dat de raad ten onrechte de plangrens gewijzigd heeft vastgesteld. Voorts voorziet het plan ten onrechte in de toevoeging van huisnummer 6 aan een oude schuur op het perceel [locatie 2] te Lexmond, aldus [appellante]. Tot slot betoogt zij dat het plan ten onrechte voorziet in het dempen en verplaatsen van watergangen en de aanleg van een ontsluitingsweg op en nabij haar perceel ten behoeve van de ontsluiting van nabijgelegen volkstuinen.
5. De Afdeling is van oordeel dat het beroep van [appellante] ongegrond is. Zij verwijst voor de motivering van dit oordeel naar de overwegingen 4.2, 5.2 en 6.2 van de uitspraak van de voorzitter (thans: voorzieningenrechter) van 19 november 2013, zaak nr. 201308222/2/R4. De Afdeling ziet in de stukken en het verhandelde ter zitting geen aanleiding om tot een ander oordeel dan dat van de voorzitter te komen.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
7. De Afdeling ziet evenmin aanleiding om [appellante] in de proceskosten van de raad te veroordelen, zoals de raad heeft verzocht, omdat geen sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht van de zijde van [appellante].
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzitter, en mr. R.J.J.M. Pans en mr. G.T.J.M. Jurgens, leden, in tegenwoordigheid van mr. K.M. Gerkema, griffier.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Gerkema
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 13 mei 2015
472-810.