NJB 2014/2069
Aanvulling op jurisprudentie in art. 197 Sr-zaken aangaande de termijn uit art. 11 lid 2 Terugkeerrichtlijn (zie 21 mei 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3928, NJ 2014/218): naar aanleiding van HvJ EU 19 september 2013, zaak C-297/12 (Filev en Osmani) stelt de Hoge Raad vast dat de inwerkingtreding van de terugkeerrichtlijn of het verstrijken van de uiterste implementatiedatum meebrengt dat een voordien uitgevaardigde ongewenstverklaring thans op enigerlei wijze gebonden moet worden geacht aan een bepaalde duur als bedoeld in art. 11 lid 2 Terugkeerrichtlijn
HR 04-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3093
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 november 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu en V. van den Brink
- Zaaknummer
13/00812
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht / Verblijf
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3093, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑11‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1148, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑04‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑04‑2013
- Wetingang
(Sr art. 197)
Essentie
Aanvulling op jurisprudentie in art. 197 Sr-zaken aangaande de termijn uit art. 11 lid 2 Terugkeerrichtlijn (zie 21 mei 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3928, NJ 2014/218): naar aanleiding van HvJ EU 19 september 2013, zaak C-297/12 (Filev en Osmani) stelt de Hoge Raad vast dat de inwerkingtreding van de terugkeerrichtlijn of het verstrijken van de uiterste implementatiedatum meebrengt dat een voordien uitgevaardigde ongewenstverklaring thans op enigerlei wijze gebonden moet worden geacht aan een bepaalde duur als bedoeld in art. 11 lid 2 Terugkeerrichtlijn
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld wegens – kort gezegd – als vreemdeling in Nederland verblijven, terwijl hij weet, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.