Einde inhoudsopgave
Wet educatie en beroepsonderwijs
Artikel 4.1a.1 Het beroep van docent
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
08-02-2022, Stb. 2022, 86 (uitgifte: 25-02-2022, kamerstukken: 35145)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-02-2022, Stb. 2022, 86 (uitgifte: 25-02-2022, kamerstukken: 35145)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
1.
Onder het beroep van docent wordt verstaan het binnen de kaders van het onderwijskundig beleid van de instelling, verantwoordelijkheid dragen voor het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces in de instelling.
2.
Docenten komt een zelfstandige verantwoordelijkheid toe als het gaat om het beoordelen van de onderwijsprestaties van studenten en vavo-studenten.
3.
Docenten beschikken over voldoende vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische zeggenschap, waaronder wordt verstaan de zeggenschap over:
- a.
de inhoud van de lesstof;
- b.
de wijze waarop de lesstof wordt aangeboden en de middelen die daarbij worden gebruikt;
- c.
de te hanteren pedagogisch-didactische aanpak op de school en de wijze waarop daar uitvoering aan wordt gegeven, waaronder de begeleiding van de studenten en vavo-studenten en de contacten met de ouders;
- d.
het in samenhang met de onderdelen a, b en c, onderhouden van de bekwaamheid van de docenten als onderdeel van het team.
4.
Het bevoegd gezag maakt met de docenten afspraken over de wijze waarop de zeggenschap van docenten als bedoeld in het derde lid wordt georganiseerd.