V-N 2019/15.16
Geen cassatie mogelijk na gegrond verzet, ook al is verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen
HR 15-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:363, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 maart 2019
- Magistraten
Koopman, Punt, Van Kalmthout, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
17/05607
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS31919:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:363, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1372, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑12‑2018
- Wetingang
art. 8:54 en 8:55 Awb; art. 28 AWR; art. 78 lid 4 Wet RO
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat tegen de uitspraak van de rechtbank op verzet in een belastingzaak alleen beroep in cassatie open staat als het verzet niet-ontvankelijk of ongegrond is verklaard.
Samenvatting
Aan de heer X zijn naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting opgelegd. Na een tevergeefs bezwaar verklaart Rechtbank Gelderland de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk wegens het overschrijden van de beroepstermijn. In verzet stelt X zich voor het eerst op het standpunt dat de beroepen tijdig zijn ingesteld met als reden dat de beroepschriften in de brievenbus zijn gedaan op vrijdag 2 december 2016, de brievenbus op maandag 5 december 2016 is geleegd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.