NJB 2016/1237:De gemeente verleent vanaf 1994 meermalen milieuvergunningen aan een stoeterijhouder, die echter telkens door de bestuursrechter worden vernietigd. Uiteindelijk wordt in 2003 een milieuvergunning onherroepelijk. De stoeterijhouder vordert schadevergoeding wegens de vertraging. Hij beroept zich op een brief uit 1999, die volgens hem een rechtsgeldige stuitingsbrief is. Hoge Raad: 1. Verjaring. Stuiting. Bij de beoordeling of de mededeling aan de eisen voldoet, dient niet alleen te worden gelet op de formulering daarvan, maar ook op de context en de overige omstandigheden van het geval. Het hof heeft mede in aanmerking genomen dat de gemeente in dit verband is aan te merken als een ‘professionele partij’. Door aldus te oordelen heeft het hof de maatstaven niet miskend. Het oordeel is niet onbegrijpelijk. 2. Overheidsaansprakelijkheid. Begunstigend besluit. Wordt een begunstigend besluit door de bestuursrechter (onherroepelijk) vernietigd, dan kan de aanvrager op grond van onrechtmatige daad aanspraak maken op schadevergoeding, mits het bestuursorgaan ook een begunstigend besluit zou hebben genomen indien het wel overeenkomstig de wet zou hebben beslist. Dit laatste zal in beginsel kunnen worden aangenomen als het bestuursorgaan, wanneer het na de vernietiging opnieuw beslist, andermaal een begunstigend besluit neemt en dat besluit onherroepelijk wordt. Het kan ook worden afgeleid uit andere omstandigheden