NJ 1958/351
Vordering in verband met de naleving van de bij of krachtens de W.V.W. gegeven voorschriften.
HR 26-11-1957, ECLI:NL:HR:1957:30, m.nt. Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 november 1957
- Magistraten
Mrs. van der Meulen, van Berckel, Westerouen van Meeteren [Rapp.], Kazemier, Dubbink
- Zaaknummer
[26111957/NJ_1958-351]
- Conclusie
Jhr. Mr. Dr. Van Asch van Wijck
- Noot
Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS167431:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1957:30, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑11‑1957
- Wetingang
(WVW art. 33.)
Essentie
Vordering in verband met de naleving van de bij of krachtens de W.V.W. gegeven voorschriften.
Samenvatting
Art. 33 lid 1 W.V.W. verleent geen onbeperkte bevoegdheid, doch geeft het recht om het doen stilhouden van motorrijtuigen alleen, voor zover dit verband houdt met de naleving der bij of krachtens deze wet te geven voorschriften. Hetzelfde geldt voor de in het voorschrift vervatte bevoegdheid van de in art. 42 bedoelde personen om behoorlijke afgifte ter inzage te verlangen van de in art. 33 lid 1 genoemde bewijzen, waaronder het rijbewijs bedoeld in art. 9 lid 1 aanhef en sub 3" van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.