Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1725 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG
Artikel 98 Toetsing van rechtshandelingen van de Unie
Geldend
Geldend vanaf 11-12-2018
- Bronpublicatie:
23-10-2018, PbEU 2018, L 295 (uitgifte: 21-11-2018, regelingnummer: 2018/1725)
- Inwerkingtreding
11-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-10-2018, PbEU 2018, L 295 (uitgifte: 21-11-2018, regelingnummer: 2018/1725)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Privacy / Algemeen
EU-recht / Instituties
Privacy / Bescherming persoonsgegevens
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
1.
Uiterlijk op 30 april 2022 evalueert de Commissie rechtshandelingen die op basis van de Verdragen zijn vastgesteld tot regeling van de verwerking van operationele persoonsgegevens door instellingen, organen of instanties van de Unie bij de uitvoering van activiteiten die binnen het toepassingsgebied van hoofdstuk 4 of hoofdstuk 5 van titel V van het derde deel van het VWEU vallen, teneinde:
- a)
te beoordelen of zij in overeenstemming zijn met Richtlijn (EU) 2016/680 en hoofdstuk IX van deze verordening;
- b)
vast te stellen of er discrepanties zijn die een belemmering kunnen vormen voor de uitwisseling van operationele persoonsgegevens tussen instellingen, organen of instanties van de Unie bij de uitvoering van activiteiten op die gebieden en bevoegde autoriteiten, en
- c)
vast te stellen of er discrepanties zijn die tot juridische versnippering van de gegevensbeschermingswetgeving in de Unie kunnen leiden.
2.
Op basis van deze toetsing kan de Commissie, om te zorgen voor een eenvormige en consequente bescherming van natuurlijke personen in verband met verwerking, passende wetgevingsvoorstellen indienen om met name hoofdstuk IX van deze verordening toe te passen op Europol en het Europees Openbaar Ministerie en om hoofdstuk IX van deze verordening indien nodig aan te passen.