RvdW 2013/608
Recht op tegenonderzoek en niet-ontvankelijkheid OM.
HR 16-04-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ7150
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 april 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, N. Jörg
- Zaaknummer
11/03551 M
- Conclusie
A-G mr. A.J. Machielse
- LJN
BZ7150
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BZ7150, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑04‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BZ7150, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑04‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑10‑2011
- Wetingang
Essentie
1. Recht op tegenonderzoek en ontvankelijkheid Openbaar Ministerie. Verdachte van art. 6 WVW 1994 is de mogelijkheid onthouden een tegenonderzoek naar de oorzaak van de slijtage van de achterbanden van zijn auto te laten verrichten. Verweer dat Openbaar Ministerie daarom niet-ontvankelijk zou zijn in vervolging kon worden verworpen met de overweging dat kan worden uitgesloten dat het Openbaar Ministerie doelbewust tot vernietiging van bewijsmateriaal is overgegaan en dat sprake is van doelbewuste of grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte.
2. Het onthouden van de mogelijkheid een tegenonderzoek te doen uitvoeren is in casu niet in strijd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.