Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg
Artikel 49 [Bijeenroeping herzieningsconferentie]
Geldend
Geldend vanaf 02-07-1961
- Bronpublicatie:
19-05-1956, Trb. 1957, 84 (uitgifte: 24-06-1957, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-07-1961
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-05-1961, Trb. 1961, 48 (uitgifte: 01-01-1961, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Wegvervoer
1.
Nadat dit Verdrag gedurende drie jaar in werking is geweest, kan iedere Verdragsluitende Partij door middel van een tot de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties gerichte kennisgeving de bijeenroeping verzoeken van een conferentie teneinde dit Verdrag te herzien. De Secretaris-Generaal geeft van dit verzoek kennis aan alle Verdragsluitende Partijen en roept een conferentie tot herziening bijeen, indien binnen een termijn van vier maanden na de door hem gedane kennisgeving, tenminste één vierde van de Verdragsluitende Partijen hun instemming met dit verzoek aan hem hebben medegedeeld.
2.
Indien een conferentie wordt bijeengeroepen overeenkomstig het vorige lid, stelt de Secretaris-Generaal alle Verdragsluitende Partijen daarvan in kennis en nodigt hij hen uit binnen een termijn van drie maanden voorstellen in te dienen welke zij door de conferentie wensen bestudeerd te zien. De Secretaris-Generaal deelt de voorlopige agenda van de conferentie alsmede de tekst van die voorstellen tenminste drie maanden voor de openingsdatum van de conferentie aan alle Verdragsluitende Partijen mede.
3.
De Secretaris-Generaal nodigt voor iedere conferentie, bijeengeroepen overeenkomstig dit artikel, alle landen uit, die zijn bedoeld in het eerste lid van artikel 42, alsmede de landen die partij bij het Verdrag zijn geworden door toepassing van het tweede lid van artikel 42.