Hof Arnhem-Leeuwarden, 23-03-2016, nr. 21-004911-13
ECLI:NL:GHARL:2016:2380
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
23-03-2016
- Zaaknummer
21-004911-13
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2016:2380, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 23‑03‑2016; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:2463, Bekrachtiging/bevestiging
Uitspraak 23‑03‑2016
Inhoudsindicatie
Ontneming na veroordeling voor witwassen. Bevestiging vonnis rechtbank
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004911-13
Uitspraak d.d.: 23 maart 2016
TEGENSPRAAK
ONTNEMINGSZAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland van 23 april 2013 met parketnummer 05-701604-11 op de vordering ingevolge artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, in de zaak tegen
[veroordeelde] ,
geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [1961] ,
wonende te [woonplaats] (Turkije), [adres] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.
Het hoger beroep
De veroordeelde heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 1 april 2015 en 9 maart 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, inhoudende dat het gerechtshof de omvang en de betalingsverplichting van het wederrechtelijk verkregen voordeel zal vaststellen op € 80.500. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens veroordeelde door zijn raadsvrouw, mr. P.M. Breukink, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof is van oordeel, dat de eerste rechter op goede gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist, zodat het vonnis waarvan beroep met overneming van de gronden behoort te worden bevestigd.
BESLISSING
Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Aldus gewezen door
mr. R. de Groot, voorzitter,
mr. G. Dam en mr. P.L.M van Gorkom, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. G.W. Jansink, griffier,
en op 23 maart 2016 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Van Gorkom is buiten staat dit arrest te ondertekenen.
Proces-verbaal terechtzitting
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 23 maart 2016.
Tegenwoordig:
mr. A.H. Garos, voorzitter,
mr. M. van Leent, advocaat-generaal,
mr. T. Faber, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De veroordeelde
[veroordeelde] ,
geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [1961] ,
wonende te [woonplaats] (Turkije), [adres] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.