Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kroatië inzake sociale zekerheid
Artikel 15 Woonplaats op het grondgebied van de andere dan de bevoegde staat
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2000
- Bronpublicatie:
06-04-2000, Trb. 2000, 33 (uitgifte: 06-04-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2000, Trb. 2000, 109 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Personen die op het grondgebied van een andere Verdragsluitende Partij dan de bevoegde staat wonen en aan de in de wetgeving van de laatstgenoemde staat gestelde voorwaarden voor het recht op prestaties voldoen, ontvangen, eventueel met inachtneming van artikel 14, op het grondgebied van de Verdragsluitende Partij waar zij wonen:
- a.
verstrekkingen die ten laste van het bevoegde orgaan door het orgaan van de woonplaats worden verleend overeenkomstig de bepalingen van de door laatstgenoemd orgaan toegepaste wetgeving, alsof deze personen bij dit orgaan waren aangesloten;
- b.
uitkeringen die door het bevoegde orgaan worden betaald overeenkomstig de bepalingen van de door dit orgaan toegepaste wetgeving, alsof deze personen op het grondgebied van de bevoegde staat woonden.
2.
Het in het voorgaande lid bepaalde is, wat het recht op verstrekkingen betreft, van overeenkomstige toepassing op de gezinsleden die op het grondgebied van een andere Verdragsluitende Partij dan de bevoegde staat wonen, voor zover zij krachtens de wetgeving van de staat op het grondgebied waarvan zij wonen, geen recht hebben op zulke verstrekkingen vanwege betaalde werkzaamheden of omdat zij een socialezekerheidsuitkering ontvangen van de Partij op het grondgebied waarvan zij wonen.