NJB 2016/776:Strafuitsluiting wegens inkeer in de zin van art. 69 lid 3 AWR: in beginsel kan slechts de schuldige aan de strafbare gedraging – in de regel de belastingplichtige – van de inkeerregeling profiteren en niet degene die kennelijk op enigerlei wijze heeft bijgedragen aan de aan de schuldige verweten gedraging. Bijzondere omstandigheden, zoals een inkeer die is bevorderd door degene die op enigerlei wijze heeft bijgedragen aan de aan de schuldige verweten gedraging, kunnen evenwel tot een ander oordeel leiden. Voorts kunnen onder bijzondere omstandigheden beginselen van een behoorlijke procesorde meebrengen dat, indien vervolging van het fiscale misdrijf op grond van art. 69 lid 3 AWR is uitgesloten, niet alsnog ter zake van het desbetreffende feitencomplex een op overtreding van art. 420bis Sr toegespitste strafvervolging wordt ingesteld. I.c. daarom sprake van ontoereikende motivering hof