WR 2018/123
Woonruimte: verhuurderheffing; ontvanger WOZ-beschikking; onredelijke belastingheffing bij mede-eigendom huurwoning; strijdigheid met verdragsrechtelijk gelijkheidsbeginsel
HR 08-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:846
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juni 2018
- Magistraten
Mrs. J.A.C.A. Overgaauw, P.M.F. van Loon, J. Wortel, L.F. van Kalmthout, M.E. van Hilten
- Zaaknummer
16/04098
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verhuurderheffing (V)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:846, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1374, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑12‑2016
- Wetingang
Essentie
Woonruimte: verhuurderheffing; ontvanger WOZ-beschikking; onredelijke belastingheffing bij mede-eigendom huurwoning; strijdigheid met verdragsrechtelijk gelijkheidsbeginsel
Samenvatting
Belanghebbende was op 1 januari 2013 samen met twee broers eigenaar van dertien huurwoningen in de zin van de Wet verhuurderheffing. Bij de verhuurderheffing wordt in gevallen van medegerechtigdheid tot een huurwoning de woning in aanmerking genomen bij degene aan wie de WOZ-beschikking is bekendgemaakt. Belastingplichtig voor de verhuurderheffing is degene die aan het begin van het kalenderjaar de genothebbende is van meer dan tien huurwoningen. Indien met betrekking tot een zelfde onroerende zaak meer dan één genothebbende kan worden aangewezen, kan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.