Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2002/14/EG tot vaststelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap
Artikel 3 Werkingssfeer
Geldend
Geldend vanaf 09-10-2015
- Redactionele toelichting
De uitvoering van deze wijziging vormt onder geen beding een reden voor de verlaging van het algemene niveau van bescherming van de onder dit artikel vallende personen, dat de lidstaten reeds hebben toegekend op de geregelde terreinen.
- Bronpublicatie:
06-10-2015, PbEU 2015, L 263 (uitgifte: 08-10-2015, regelingnummer: 2015/1794)
- Inwerkingtreding
09-10-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-10-2015, PbEU 2015, L 263 (uitgifte: 08-10-2015, regelingnummer: 2015/1794)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
Deze richtlijn is naar keuze van de lidstaten van toepassing op:
- a)
ondernemingen die in een lidstaat ten minste 50 werknemers in dienst hebben, of
- b)
vestigingen die in een lidstaat ten minste 20 werknemers in dienst hebben.
De lidstaten bepalen op welke wijze deze minimumaantallen worden berekend.
2.
De lidstaten kunnen, met inachtneming van de in deze richtlijn neergelegde beginselen en doelstellingen, voorzien in specifieke bepalingen voor ondernemingen of vestigingen die politieke, confessionele, charitatieve, educatieve, wetenschappelijke of kunstzinnige doeleinden nastreven, of doeleinden op het gebied van informatie of opinievorming, of die ten dienste staan van beroepsorganisaties, op voorwaarde dat dergelijke bijzondere bepalingen in de nationale wetgeving reeds bestaan op de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.