JWB 2006/280
Rechtsvermoeden arbeidsovereenkomst
HR 15-09-2006, ECLI:NL:HR:2006:AX9396
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 september 2006
- Zaaknummer
C05/172HR
- LJN
AX9396
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AX9396, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑09‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AX9396, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑09‑2006
- Wetingang
Art. 7:610a BW; art. 81 RO
Essentie
Rechtsvermoeden arbeidsovereenkomst
Samenvatting
Casus
Eiseres werkte als instructrice op een slipschool van ANWB. Op welke juridische basis zij dat werk deed hebben zij (en ANWB's rechtsvoorganger) nooit erg duidelijk geregeld. Partijen strijden over de vraag of er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Eiseres doet een beroep op het wettelijk rechtsvermoeden van het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Kantonrechter en Hof oordelen na het horen van verschillende getuigen dat ANWB dat rechtsvermoeden heeft ontzenuwd; er is geen sprake van een arbeidsovereenkomst.
Rechtsvraag
In cassatie staat de vraag centraal of het rechtsvermoeden van art. 7:610a correct en begrijpelijk is toegepast.