Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2024/1346 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (herschikking)
Artikel 26 Minderjarigen
Geldend
Geldend vanaf 11-06-2024
- Bronpublicatie:
14-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1346 (uitgifte: 22-05-2024, regelingnummer: 2024/1346)
- Inwerkingtreding
11-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1346 (uitgifte: 22-05-2024, regelingnummer: 2024/1346)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Verblijf
1.
Bij de uitvoering van de bepalingen van deze richtlijn die van invloed kunnen zijn op minderjarigen vormen de belangen van het kind voor de lidstaten een primaire overweging. De lidstaten zorgen ervoor dat minderjarigen een levensstandaard hebben die past bij hun fysieke, geestelijke, spirituele, morele en sociale ontwikkeling.
2.
Bij de beoordeling van het belang van het kind houden de lidstaten in het bijzonder naar behoren rekening met de volgende factoren:
- a)
de mogelijkheden van gezinshereniging;
- b)
het welzijn en de sociale ontwikkeling van de minderjarige, met bijzondere aandacht voor de achtergrond van de minderjarige en de noodzaak van stabiliteit en continuïteit van de zorg;
- c)
veiligheids- en beveiligingsoverwegingen, met name wanneer de minderjarige mogelijk het slachtoffer is van een vorm van geweld of uitbuiting, waaronder mensenhandel;
- d)
het standpunt van de minderjarige in overeenstemming met zijn leeftijd en maturiteit.
3.
De lidstaten zorgen ervoor dat de minderjarigen in de in artikel 20, lid 1, punten a) en b), bedoelde ruimten en opvangcentra kunnen deelnemen aan vrijetijdsactiviteiten, waaronder bij hun leeftijd passende spel- en recreatieve activiteiten, en aan activiteiten in de open lucht, en waar nodig toegang hebben tot lesmateriaal.
4.
De lidstaten zorgen ervoor dat minderjarigen die het slachtoffer zijn geweest van enige vorm van mishandeling, verwaarlozing, uitbuiting, foltering of wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of die hebben geleden onder gewapende conflicten, toegang hebben tot de rehabilitatiediensten alsook dat passende geestelijke gezondheidszorg wordt ontwikkeld en waar nodig gekwalificeerde begeleiding wordt verstrekt.
5.
De lidstaten zorgen ervoor dat minderjarige kinderen van verzoekers of minderjarige verzoekers worden ondergebracht bij hun ouders of bij de volwassene die krachtens het recht of krachtens de praktijk van de betrokken lidstaat voor hen verantwoordelijk is en bij hun ongehuwde minderjarige broers of zussen, mits het in het belang van de betrokken minderjarigen is.
6.
Personen die met minderjarigen werken, waaronder vertegenwoordigers en personen die geschikt zijn om voorlopig als vertegenwoordiger op te treden als bedoeld in artikel 27, mogen geen antecedenten hebben van strafbare feiten in verband met kinderen of strafbare feiten die ernstige twijfels doen rijzen over hun geschiktheid om een verantwoordelijke rol ten aanzien van minderjarigen op zich te nemen, en moeten een passende basisopleiding en bijscholing krijgen over de rechten en behoeften van minderjarigen, onder meer wat betreft de toepasselijke normen voor de bescherming van kinderen, en zijn gebonden door de nationaalrechtelijke geheimhoudingsregels in verband met de informatie waarvan zij uit hoofde van hun werk kennisnemen.