NJ 1923, p. 725
HR, 23-03-1923
HR 23-03-1923, ECLI:NL:HR:1923:228
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 maart 1923
- Magistraten
Mrs. Fentener van Vlissingen, Hesse, Kosters, Ort en van den Dries
- Zaaknummer
[23031923/NJ_1923,_p._725]
- Conclusie
Mr. Besier
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS121000:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1923:228, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑03‑1923
- Wetingang
Samenvatting
Beschikking der Rechtbank, waarbij scheidslieden zijn benoemd, in verband met het daartoe strekkend verzoekschrift, als maatstaf genomen voor de „grenzen van het compromis" in art. 649, 1°. Rv. bedoeld, in een geval, waarin wel een compromissoir beding (art. 620, 3°. lid Rv.), maar geen akte van compromis bestond.
Cassatieberoep verworpen.
Partij(en)
De N. V. Petroleum Handel Maatschappij, gevestigd te Amsterdam, eischeres tot cassatie van een arrest door het Gerechtshof te 's-Gravenhage op 6 April 1922 tusschen partijen gewezen, advocaat Mr. J. J. Barnet Lyon, gepleit door Mr. N. Groenewegen,
tegen:
Den Burgemeester der gemeente Rotterdam, als die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.