JAR 2013/250
Het recht van het land waarmee de arbeidsovereenkomst de nauwste banden heeft, prevaleert boven het recht van het land waar de arbeid gewoonlijk wordt verricht.
HvJ EU 12-09-2013, ECLI:EU:C:2013:551 (Schlecker/Boedeker)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
12 september 2013
- Magistraten
M. Ilešič, E. Jarašiūnas, A. Ó Caoimh, C. Toader, C. G. Fernlund
- Zaaknummer
C-64/12
- Roepnaam
Schlecker/Boedeker
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2013:551, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 12‑09‑2013
- Wetingang
Art. 6 lid 2 EVO
Essentie
Werkneemster heeft van 1 december 1979 tot 1 januari 1994 in Duitsland gewerkt voor werkgever en van 1 januari 1994 tot 1 juli 2006 in Nederland. De functie van werkneemster is in Nederland geschrapt en haar wordt een functie in Duitsland aangeboden. Werkneemster aanvaardt deze functie onder protest en meldt zich ziek. De arbeidsovereenkomst is voorwaardelijk ontbonden onder toekenning van een vergoeding aan werkneemster en partijen vragen de rechter of het Nederlands recht van toepassing is. Volgens de kantonrechter en het Hof is het Nederlands recht van toepassing. Volgens de Hoge Raad werd de arbeid gewoonlijk in Nederland verricht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.