AB 2009, 220
Inning dwangsom bij dwangbevel; verzet; schorsing tenuitvoerlegging; verjaringstermijn en hoger beroep.
HR 18-02-2005, ECLI:NL:HR:2005:AR4835, m.nt. G.A. van der Veen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 februari 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, E.J. Numann
- Zaaknummer
C03/279HR
- Noot
G.A. van der Veen
- LJN
AR4835
- JCDI
JCDI:ADS872579:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Bestuursprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AR4835, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑02‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AR4835, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑10‑2004
- Wetingang
Awb art. 5:26 lid 4, 5:33lid 2, 5:35lid 1; BW art. 3:317 lid 1
Essentie
Inning dwangsom bij dwangbevel; verzet; schorsing tenuitvoerlegging; verjaringstermijn en hoger beroep.
Samenvatting
Gemeente vordert verbeurde dwangsommen bij dwangbevel in. Betwist wordt dat de gemeente tijdig verjaring heeft gestuit.
Onderdeel 1 keert zich tegen rov. 7.9, waarin het hof heeft geoordeeld dat de genoemde brieven van 1 maart 1999 en 5 augustus 1999 gezien hun inhoud zijn te beschouwen als een schriftelijke mededeling waarin de Gemeente ondubbelzinnig haar recht op nakoming van de vordering heeft voorbehouden en derhalve als een schriftelijke mededeling in de zin van art. 3:317 lid 1 BW. Het onderdeel kan niet tot cassatie leiden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.