Einde inhoudsopgave
Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 30-06-2009
- Bronpublicatie:
06-05-2009, PbEU 2009, L 146 (uitgifte: 10-06-2009, regelingnummer: 2009/44/EG)
- Inwerkingtreding
30-06-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-05-2009, PbEU 2009, L 146 (uitgifte: 10-06-2009, regelingnummer: 2009/44/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
De lidstaten kunnen bepalen dat een tegen een deelnemer of systeemexploitant van een interoperabel systeem geopende insolventieprocedure niet belet dat middelen of effecten die op de afwikkelingsrekening van die deelnemer beschikbaar zijn gebruikt worden om de verplichtingen van die deelnemer in het systeem of in een interoperabel systeem na te komen, op de werkdag waarop de insolventieprocedure wordt geopend. Bovendien kunnen de lidstaten bepalen dat een met het systeem verbonden kredietfaciliteit van een dergelijke deelnemer, tegen beschikbare zakelijke zekerheden gebruikt wordt om de verplichtingen van die deelnemer in het systeem of in een interoperabel systeem na te komen.